io7
legung der Grundstiicke, für die Hohenzollernschen
Lande. (1885)
106. Rapport van de Commissie van Onderzoek in zake
de grieven tegen de Nederlandsche Heidemaat
schappij. (1916)
107. Een Woord tot belangstellenden in het werk der
Nederlandsche Heidemaatschappij.
108. Reglement voor den Cursus van de Nederland che
Heidemaatschappij tot opleiding van Bosch- en
Werkbazen, Boschwachters en Opzichters.
109. G. L. van den Helm. Wet van 10 Mei 1886 (Stbl.
N°. 104) houdende bepalingen ter bevordering van
de Verdeeling van Markgronden met Inleiding en
Aanteekeningen. 1886)
110. C. Schnebbelie. Notice sur les Travaux de Separa
tion de la Meuse et du Wahal. (1889)
111. C. H. Dee. Memorie omtrent den Wierikkerdijk. (1880)
112. Bericht der Kommission über den Gesetzentwurf,
betreffend Stadterweiterungen und Zonenenteig-
nungen. N°. 104. Haus der Abgeordneten. (Zie
volgn0. 90.) (1894)
113. R. Buchenberger. Das Verwaltungsrecht der Land-
wirthschaft und die Pflege der Landwirthschaft im
Groszherzogthum Baden. (1887)
K.
Romeinsch- en Burgerlijk Recht, Grondboek-Wetgeving,
Administratieve Rechtspraak, etc.
1. L. A. Warnkoenig. Kort begrip der geschiedenis
van het Romeinsche Regt. (1823)
2. Mr, J. C. Naber. De vormende kracht van het
Romeinsche Recht. (1885)
3. Mr. J. C. Naber. De verhouding van het Romein
sche Recht tot het hedendaagsche. (1889)
4. D. C. A, Schmidt. Des principielle Unterschied