zwischen dem römischen und germanischen Rechte. (Erster Band), (1853) 5. R. von Ihering. Geist des römischen Rechts auf den verschiedenen Stufen seiner Entwicklung. (Dritter Teil, Erste Abtheilung.) (1888) 6. Mr. G. Diephuis. Het Nederlandsche Burgerlijk Recht, naar de volgorde van het Burgerlijk Wetboek. Deel 1-9. (1844) 7. Mr. H. L. Drukker. Begrip en Dogma in de Rechts wetenschap. (1889) 8. Mr. C. Asser. Wetenschap en Wetgeving. (1892) 9. Mr. J. A. N. Travaglino. Taalkundige Adviezen betreffende zekere testamentaire questie. (1862) 10. Mr. H. J. Hamaker. Het Recht en de Maatschappij. (1888) 11. Mr. K. Meyer Wiersma. Burgerlijk Wetboek. (1901) 12. Wet van 28 Juni 1881, (Stbl. N°. 124) tot regeling van het auteursrecht. 13. Entwurf eines bürgerlichen Gesetzbuches für das Deutsche Reich. Erste Lesung. (1888) 14. Motive zu dem Entwurfe eines bürgerlichen Gesetz buches für das Deutsche Reich. Band III. Sachenrecht. (1888) 15. A. Leoni. Die Elsasz-Lothringischen Gesetze betref fend Grundeigenthum und Hypothekwesen, sowie die Einrichtung von Grundbüchern. (1892) 16. Dr. K. A. D. Unterholzner. Ausführliche Entwicke- lung der gesammten Verjahrungslehre aus den ge- meinen in Deutschland geitenden Rechten. I en II. (1828) 17. A. F. van Lijnden. Bijdrage tot de leer der verjaring en der wettelijke vervaltermijnen op Privaatrechtelijk gebied. Proefschrift(1880) 18. Mr. J. H. G. Boissevain. De Wet op de onteige ning ten Algemeenen Nutte van den 28 Aug. 1851. (1853) 19. N. Cramer. Beperking van den eigendom in de nabijheid van vestingen. (Proefschrift). (1889) 20. F. de Robernier. De la preuve du droit de propriété en fait d'immeubles. I en II. (1843/4) 21. Mr. W. F. Treub. Ontwikkeling en Verband van de Rijks-, Provinciale- en Gemeentebelastingen in Nederland. Deel I en II. (Proefschrift). (1885) io8

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1925 | | pagina 108