Thans stippen wij nog een en ander aan uit hoofdst. VDe vuurvoorbereiding in de afdeeling. De eerste taak van den «terreinmeetofficier» is het uitzetten van een grondrichting (pt 78). Dit woord is geen germanisme voor hoofd richting, deze loopt in de richting van den vijand (men denke aan de hoofdrooilijn). De grondrichting is de richting van de grondlijn of basis, welke achter de afdeeling wordt uitgezet, ten naaste bij evenwijdig aan de in te nemen stelling. Haar azimuth in de artilleriekaart wordt bepaald door meting, zij wordt verze kerd door blijvende baken en piketten, op welke de coördinaten en de hoogteligging worden aangegeven, en atdus vormt zij den grondslag voor het in de richting brengen van de batterijen. Verder behoort tot de taak van den terreinmeetofficier het op snelle en eenvoudige wijze bepalen van de coördinaten en van de hoogteligging van punten, gelegen in de in te nemen stellingen. Op grond van het werk der verkennende organen zal nu de ligging der doelen aangegeven worden in hetzelfde systeem, n.l. dat der artilleriekaart. De T.M. werkt hoofdzakelijk alleen in „oorlogstijd, terwijl de dienst in vredestijd vooral zal gewijd zijn aan stelselmatige oefe ning, aan het verwerven van practische ervaring. Het benutten van de kennis en de routine van de landmeters, in de eerste plaats van degenen die hun militairen dienstplicht moeten ver vullen, is juist gezien, want voor niet in het vak geschoolden zal de oefening zich over een lange periode moeten uitstrekken al vorens zij eenigen graad van volmaaktheid bereiken in het terrein- meten. Voor de Triangulatie geldt zulks in nog hoogere mate. Heeft het in 't kort besproken voorschrift ons een kijk doen krijgen op de werkwijzen bij den T.M., niet minder belangstellend zijn wij om ingelicht te worden over den T. (voor zoover ons bekend is daarvoor nog geen voorschrift verschenen). Want de vraag rijst, waar de Artillerie o. m. van kadastrale gegevens ge bruik maakt, of omgekeerd het Kadaster nut kan hebben van IO hoek a geteekend isdaarna de liniaal langs b a leggen en op A richten door ver draaiing van het planchet; den stand van het planchet onveranderd latende de richting naar M uitzetten, waardoor in b de hoek geteekend is; het snijpunt van deze lijn of haar verlengde met de vroeger uitgezette richting is Pj. Het planchet nu oriën- teeren door langs pj m op M te richtendaarna den stand van het planchet onver anderd latende de richtingen a A en bB uitzetten; deze lijnen snijden pxm beide in p2.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1925 | | pagina 10