90. De Rovère van Breugel. Des Hypothèques, du
Droit de Timbre et de Greffe. (1817)
91. M. Bergson. De la transcription en matière hypo
thécaire d'après les lois allemandes.
92. De nieuwe Wetgeving aangaande de Bewaring van
de Hypotheken en het Kadaster. (1838)
93. „Ambtenaar". Over het groote gevaar om geld
onder hypotheek te plaatsen of vaste goederen te
koopen in Nederland, of betoog van de dringende
behoefte aan een nadere wet betrekkelijk het hypo
theekwezen, (1842)
94. Mr. A. F. Jongstra. Pleitrede. De verplichting van
de Bewaarders der Hypotheken, om, voordat zij
tegen overlegging eener acte van toestemming de
doorhaling eener inschrijving doen, te onderzoeken
of de toestemming is gegeven door de bevoegde
belanghebbende partijen, verdedigd. (1842/3)
95. Jhr. M. van Puttkammer. Advies over de vraag
hoe kan, zonder gevaar, geld op hypotheek worden
geplaatst? (1845)
96. Ph. J. Bachiene. Ontwerp van Hypothecaire Wet
geving, ten dienste van de Commissie, ingesteld bij
Kon. Besl. van den 15 Aug. 1839, N°. 102. (1847)
97. R. Proeve over den eisch tot hypothecaire over
schrijving, overeenkomstig de belastingwet, in ver
band met de nieuwe Nederl. Burgerlijke Wetgeving.
98. De Wet op de Hypotheken van den 16 Juni 1832,
in verband met latere wetten en bepalingen dien
aangaande, benevens het tarief van het honorarium
der hypotheek-bewaarders. (1851)
99. Ph. J. Bachiene. Beschouwingen over het Neder-
landsch Hypothecair-stelsel (duplo) (Overdruk). (1857/8?)
100. J. J. Weeveringh. Hypotheekbanken en Pand
brieven. (Overdruk.) (1861)
101. G. G. Snellen. De Hypotheekbank en de Landbouw. (1861)
102. Mr. G, J. A. Faber. De Nederlandsche Hypotheek
bank. (1861)
103. Mr. G. J. A. Faber. Hypotheek en Hypotheek
banken in Nederland. (1862)
118