fijne streep. De afstand der strepen is ongeveer gelijk aan i meter. Als piketten werden gebruikt ijzeren pennen, 30 cm lang, 18,5 mm in diameter, voorzien van punt en bolronden kop. Voorts zijn deze piketten op vrij korten afstand van den kop dwars op de lengterichting doorboord. De piketten werden vast in den grond geslagen. Ten einde het beschadigen van den kop daarbij te voorkomen bevond zich op den kop bij het slaan een stuk koper, waarop de slagen met den ijzeren vuist werden opgevangen. De horizontale boring diende om, met een pen daarin gestoken, door draaien en trekken een piket na afloop van de meting uit den grond te verwijderen. Voorts bestond de inventaris nog uit drie lichte driepooten, voorzien van op den kop van den driepoot schuifbare en draaibare gaffels, waarin de baken met eenige speling passen. De baken, in deze gaffels met behulp van een doosniveau vertikaal opgesteld, werden daarin door een koord opgesloten, zonder dat dit sterk was aangetrokken. Mocht door een of andere omstandigheid een driepoot eenigszins worden opgetild, dan heeft de baak in de gaffel nog zooveel speling, dat de baak op het piket blijft staan. De mogelijkheid, dat bij trillen van den driepoot, de baak op het piket zou hameren, is uitgesloten. De vaste merken, die de einden van secties vormen, zijn ton- vormige koppen van bouten in overleg met Heeren Directeuren van Gemeentewerken in Ede en Wageningen in het opgaand muurwerk van gebouwen geplaatst. Voor een deel zijn de bouten van gietijzer. De tonvormige koppen hebben in dat geval een grootsten diameter van 50 mm. Zijn de bouten van smeedijzer, dan bedraagt deze 31 mm. De smeedijzeren bouten zijn verkregen door de zeskante koppen van schroefbouten, zooals die in den handel voorkomen, af te draaien. De koppen der bouten zijn op een enkele uitzondering na verzinkt of vertind. De secties werden zooveel mogelijk door vaste piketten in een even aantal slagen verdeeld. Alle metingen geschiedden, zoowel in heengang als teruggang, dubbel, zoodat er feitelijk van vier enkele waterpassingen ge sproken kan worden. Begin- en eindpunt van een sectie waren steeds met dezelfde baak bezet, terwijl men er altijd voor zorg droeg, dat wanneer in den i3i

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1925 | | pagina 131