Opstelling wijzigen.
Afstandsmeten voor.
Aflezen op voorbaak bij inspelend niveau boven
voorbaak
achterbaak
achterbaak
onder
onder
boven
Iedere ploeg bestond uit vier Heeren Studenten, die resp. zorgden
voor het aflezen op de baak, het inspelen van het niveau, het
noteeren van de waarnemingen en het toezicht op de opstelling
van de baken benevens het transport van de achterbaak per
rijwiel naar voren. De beide eerste waarnemers deden steeds
hetzelfde werk. De twee laatste wisselden per dag van functie.
Voorts waren nog aanwezig twee baakhouders voor transport
van de driepooten, het slaan van de vaste piketten en het toezicht
op de opgestelde baken.
Gedurende de meting werd steeds de volgende gang in acht
genomen.
Bij den eersten slag de baken opstellen en midden daartusschen
het instrument.
Tijdens het meten op de eerste standplaats brengt de voorste
baakhouder den derden driepoot aan het einde van den tweeden
slag en slaat het nieuwe piket. Tevens heeft hij de tweede stand
plaats voor het instrument aangegeven. Is de eerste slag voltooid,
zoo wordt de achterbaak als voorbaak per rijwiel naar den derden
driepoot gebracht en daarin opgesteld. De beide waarnemers
aan het instrument brengen dit naar de tweede standplaats en
stellen het daar op. Beide bewerkingen eindigen door het gebruik
van het rijwiel ongeveer gelijk. De baakhouder aan den eersten
driepoot transporteert dezen naar voren, zet nieuwe standplaats
voor instrument en baak uit en begeeft zich naar dengene die
de eerste baak naar voren heeft gebracht. Deze gaat daarna
naar de achterhoede om, zoo gauw als de meting voltooid is,
voor het transport van de achterbaak per rijwiel zorg te dragen.
Bij het verwisselen van een voorbaak in achterbaak dient deze
op het piket te worden gedraaid, hetgeen in het voorbijloopen
geschiedt door een der drie waarnemers bij het instrument werk
zaam. Geen standplaats wordt verlaten, voordat de boekhouder
de metingen heeft uitgerekend en heeft vastgesteld, dat geen grove
vergissingen zijn gemaakt.
133