De dubbele meting per standplaats is wellicht voor den waar nemer die afleest, wel wat vermoeiend, hetgeen het resultaat na- deelig kan beinvloeden, maar heeft overigens het voordeel, dat het de spanning naar een mooi resultaat er bij de waarnemers inhoudt. De waterpassing is opgevat als een hoofd-waterpassing, waaraan eenige andere verkenmerken door secundaire metingen zijn vast gelegd. Zooals reeds opgemerkt, werd uitgegaan van het hoofdmerk Ede, dat in 1877 in den toren van de Protestantsche Kerk werd geplaatst. De afstanden tot de beide boutjes, boven en onder het hoofd merk als verklikkers aanwezig, zijn nog in overeenstemming be vonden met die, welke vermeld worden in de «Uitkomsten der Rijkswaterpassing» in 1888 als N°. II van de werken der Rijks commissie voor Graadmeting en Waterpassing verschenen. Het merk, dat dus ten opz. van het bouwwerk als ongewijzigd mag worden aangenomen, heeft een hoogte boven A.P. van 24,142 m. Deze hoogte wordt zoolang als onveranderd aangenomen, totdat eventueel uit aansluiting aan meerdere hoofdmerken het tegen deel mocht blijken of uitkomsten van een nieuwe nauwkeurig heidswaterpassing ter beschikking komen. Aan den voet van den toren werd een vast piket geslagen, waarvan, als punt van uitgang voor de waterpassing, in de aller eerste plaats de hoogte boven A.P. moest worden vastgesteld. Daartoe was een hangschaal, om aan het hoofdmerk op te hangen, noodig. Daar zoo'n schaal, voorzien van de verdeeling C, niet ter beschikking stond, werd een circa 1 m lange baak tot hangschaal ingericht en daarop een blauwdruk van schaal C te juister plaatse stevig bevestigd. Op het vaste piket stond de zwarte baak opgesteld. De afstand, op de hangschaal af te lezen, bestond uit twee deelen. Het eerste deel, van hoofdmerk tot nulpunt van schaal C, was voorloopig onbekend, maar volgde onmiddellijk na de meting uit een vergelijking met een messing meter van Coradi met behulp van noniusaflezing tot in honderdsten van millimeters. Het tweede deel is hetgeen men op den blauwdruk aflas. Door vervolgens een aantal blauwdruk-centimeters met den Coradimeter uit te meten, kon aan de aflezing een correctie voor den krimp van het papier worden aangebracht. 13

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1925 | | pagina 134