138 luchttemperaturen op de dagen, dat gemeten werd. Daar de aan name, dat de baken dezelfde temperatuur zullen hebben als de omringende lucht weinig vertrouwen verdient en de baken de thermometers in temperatuur wel meer zullen volgen dan gelijk zijn, zoo zou, daar het toch een benadering geldt, met de ge middelde dagtemperatuur genoegen kunnen worden genomen. Nu rijst nog de vraag, welke uitzettingscoëfficiënt moet voor de baken in rekening worden gebracht? Men vindt voor vurenhout opgegeven, dat de uitzettingscoëffi ciënt voor de lengterichting gelijk is aan 0,000004. Deze waarde voor de gebruikte baken te controleeren is met de ons ter beschikking staande hulpmiddelen slechts bij benadering mogelijk. Wel is getracht vast te stellen, of er al dan niet bij toenemende temperaturen van uitzetting sprake is. Door welwillendheid van Prof. Dr. A. H. Blaauw konden de baken in de cellen voor constante temperatuur van het laborato rium voor Plantenphysiologie aan temperaturen worden onder worpen, die 23 graden verschilden. De baken bleven in deze cellen circa 18 uren, voordat de af standsbepaling voor de contrölemerken plaats vond. Het eerst geschiedde dit in de ruimte met de laagste temperatuur, daarna werden de baken naar die van de hoogste temperatuur overge bracht om ten slotte weer in de eerste terug te keeren. De resultaten van de waarnemingen, door den Heer J. Rook- maaker verricht, wijzen zonder eenigen twijfel op een lengte verandering met de temperatuur. De baken konden hier geacht worden de temperatuur van de omgeving te hebben aangenomen. Of dat op het terrein ook bij benadering zelfs waar is, blijft nog een open vraag. De waarde voor de uitzettingscoëfficiënt gevonden, geeft ons vrijheid het bedrag van 4 micron per graad en meter ook voor deze baken aan te nemen. Voor de berekening van de correcties, aan de hoogteverschillen der verkenmerken ten opz. van Ede vast piket aan te brengen, kunnen nu verschillende wegen gevolgd worden. Men kan rekenen met een gemiddelde temperatuur voor de geheele meting en de lengte van den baak-meter daarmede in overeenstemming vaststellen. Ook kan men het hoogteverschil per sectie in verband met de

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1925 | | pagina 138