13 van een punt te vinden in het stelsel van Krayenhoff, wanneer van dat punt coördinaten in de Rijksdriehoeksmeting bekend zijn, wordt zeer eenvoudig en praktisch opgelost door kleine ge bieden rondom punten, waarvan de ligging in beide stelsels be kend is, partieel aan te sluiten. Men berekent n.l. door verge lijken van de richtingen uitgaande van een punt, dat in beide stelsels bekend is, naar omliggende punten die in hetzelfde geval verkeeren, een gemiddelde oriënteeringscorrectie, die vervolgens aan alle richtingen in het gebied wordt medegedeeld. Door ver gelijking van de afstanden naar omliggende punten, die in beide stelsels bekend zijn rekent men een gemiddelde correctie aan de logarithme dezer afstanden, die vervolgens aan alle afstanden in het gebied wordt toegepast. Men berekent vervolgens de coör dinaten der punten met de gecorrigeerde richtingen en afstanden. Uit een bijbehoorend onderzoek naar de nauwkeurigheid wordt afgeleid, dat de onzekerheid in de coördinaten der aldus omge rekende punten een bedrag van 2 m kan bereiken, wanneer de afstand van het nieuw berekende punt tot het punt van uitgang 20 kilometer bedraagt. Deze onzekerheid is het gevolg van verschillen die zich voor doen tusschen de lengte der zijden en de grootte der hoeken van het driehoeksnet van Krayenhoff eenerzijds en het net der Rijksdriehoeksmeting anderzijds. In het navolgende is de vraag gesteld en beantwoord: is het mogelijk de driehoeksmeting van Krayenhoff in haar geheel (voor zoover zij ons land betreft) door een eenvoudige coördinaten transformatie zoo te vervormen, dat zij op het driehoeksnet der Rijksdriehoeksmeting past, althans met zoo geringe afwijkingen, dat deze vallen binnen de waarden, die men bij partieele aanslui ting zou vinden? A priori is op deze vraag geen bevestigend antwoord te geven. Een eenvoudige transformatie is noodzake lijk continu. Het zou mogelijk zijn dat door ondoelmatige wijze van vereffenen het driehoeksnet van Krayenhoff knikken zou hebben gekregen, die toepassing van een continue transformatie onmogelijk maken. Verder is voor de uitvoering der berekening noodig dat de transformatie-formule uit een gering aantal termen wordt samengesteld. Het zou mogelijk kunnen zijn, dat een zoo gering aantal termen onbruikbaar is, om de geconstateerde ver vorming voldoende te beschrijven.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1925 | | pagina 13