164 te verwerven en daardoor ook den grondslag te leggen voor den afzet van hare fabrikaten tot in de verst gelegen landen. Zij was de eerste, die ten behoeve van de lagere en middelbare scholen een bruikbare goedkoope passerdoos in den handel bracht, welke onder de benaming van «Chemnitzer schoolpasserdoos» snel ingang vond. Als een verdere verdienste van Richter moet de invoering van het nieuwzilver als materiaal voor de passerdoozen-industrie gerekend worden. In het jaar 1888 besloot de firma de tot dusver gehuurde fabriekslokalen te verlaten en langzamerhand verkreeg zij de terreinen Melanchtonstrasse 4, 6, 8 en 10 in eigendom en be bouwde deze voor eigen doeleinden. Zoo ontstonden de tegen woordige uitgebreide fabriekscomplexen met kantoorgebouw. De kroon zette Richter op zijn werk door de uitvinding van het passerkopscharnier en de daaruit voortvloeiende constructie van een «Prazisionss-passerdoos, die spoedig het standaard-type voor alle andere zou worden. Reeds lang wordt niet meer met de hand gefabriceerd; de instrumenten worden vervaardigd met behulp van machines, die er op ingericht zijn nauwkeurigheidsarbeid in massa te leveren. Voor het grootste gedeelte zijn deze van eigen vinding en zij leveren de instrumenten zoo volmaakt af, dat handenarbeid van geschoolde mecaniciens zoo goed als overbodig is. Geleidelijk aan werden er ook afdeelingen ingericht, waar de benoodigde hout- en lederwaren worden gefabriceerd. De fabriek heeft thans 600 employés en arbeiders en overtreft daarmee alle andere fabrieken in haar soort. Gold het aan den eenen kant voor de firma als een compliment, dat andere fabrieken spoedig haar passerdoos gingen namaken, tegelijk moest zij constateeren, dat vele imitaties de benaming «Prazision» niet verdienden, ofschoon in vele gevallen voor deze imitaties bijna denzelfden prijs als voor Richter-passerdoozen werd verlangd. De firma vermeldt op hare étuis voluit haar naam in gouddruk en op de passers, trekpennen en inktstukken, den naam Richter of haar fabrieksmerk.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1925 | | pagina 164