i66
f. de landmeter van het Kadaster te Utrecht, P. J. Hamelberg,
en is bepaald, dat de commissie eventueele voorstellen, ook die
betreffende te maken kosten, aan den Minister van Oorlog doet
toekomen door tusschenkomst van den chef van den Generalen
Staf en van den Inspecteur der Artillerie.
Bij K.B. van 5 Juni 1925 n°. 62 is bepaald, dat art. 47 van
het Organisatiebesluit Registratie en Domeinen 1924 met ingang
van 1 Juli 1925 zal luiden als volgt:
«Het aantal ingenieurs-verificateur van het kadaster in de
«provincie bedraagt acht en wel één in elk der navolgende
«divisiën, zich uitstrekkende over de daarbij vermelde kantoren
«van de hypotheken en het kadaster:
«1. Groningen, Appingedam, Heerenveen, Leeuwarden, Sneek,
Winschoten, standplaats Groningen
«2. Assen, Almelo, Deventer, Zwolle, standplaats Assen;
«3. Arnhem, Nijmegen, Zutphen, standplaats Arnhem;
«4. Utrecht, Amersfoort, Gorinchem, 's-Hertogenboch, Tiel,
«standplaats Utrecht;
«5. Amsterdam, Alkmaar, Haarlem, Hoorn, standplaats Am-
sterdam;
«6. 's-Gravenhage,Leiden, Rotterdam, standplaats 's- Gravenliage;
«7. Dordrecht, Breda, Brielle, Goes, Middelburg, Zierikzee, stand
splaats Dordrecht
«8. Roermond, Eindhoven, Maastricht, standplaats Roermond.
«De Minister van Financiën is bevoegd om in het belang van
«den dienst in voormelde indeeling de noodige wijzigingen aan
«te brengen».
Met ingang van 1 Juli 1925 zijn verplaatst de ingenieurs
verificateur van het kadaster:
Th. L. Kwisthout van Zutphen naar Amsterdam, G. Olden-
ziel van Leeuwarden naar Groningen en F. H. A. J. Bingen
van 's-Hertogenbosch naar Roermond.
Bij K.B. van 5 Juni 1925 n°. 61 is benoemd tot bewaarder
van de hypotheken, het kadaster en de scheepsbewijzen te Zwolle:
Mr. K. J. Bes, landmeter van het kadaster te Leiden. Deze
benoeming gaat in op 1 Augustus 1925.