189 heeft vrijstelling van grondbelasting, doch wanneer van dien tuin een gedeelte wordt verhuurd, wordt dit belastbaar. In dit verband kan er nog op gewezen worden, dat ook het afzonderlijk nummeren van apart staande verhuurde schuren, loodsen e.d. een toepassing van metingen is, die uitsluitend ten behoeve van de grondbelasting aldus is voorgeschreven (aanschr. van 9 Febr. 1912 n°. 31 D. B). Maar hoe is het nu gesteld met alle andere door de controleurs der grondbelasting ingezonden opgaven van te meten perceelen, zijn die voor de instandhouding van het Kadaster noodig? Wel verre van dien i Een groot deel ervan is noodig, ook als men geheel afziet van de eischen aan deze instelling gesteld voor de bijhouding van den belastinggrondslag. Een ontginningsopgave, waardoor terreinsveranderingen ter kennis worden gebracht en belangrijke terreinsafscheidingen (geen eigendomsgrenzen) in de kaart opge nomen kunnen worden (aanschr. van 13 Juni 1914, bovenvermeld, sub A), is voor het Kadaster van belang. Daar de opgaven in hoofdzaak op gebouwde eigendommen betrekking hebben, bepalen wij ons in het verdere daartoe. Ook hierbij is een gedeelte voor het Kadaster belangrijk, een ander gedeelte niet. Om dit te doen zien stellen wij in 't licht de beteekenis van de kadastrale kaart en richten de aandacht bovendien naar de vastlegging der eigen domsgrenzen. De kaart wordt voortdurend benut bij het uitvoeren van werken en zij is de grondslag van de boekhouding op den eigendom en de hypotheken. Hier zij nog eens vastgelegd, wat in de aan schrijving ook opgesloten ligt, dat vanwege de talrijke diensten die het Kadaster aan de gemeenschap bewijst door de instand houding eener goede kaart en vanwege het vervullen van de taak van het beschermen van de zakelijke rechten op den grond terzijde latend nog het verschaffen van gegevens voor ver mogensbelasting, voor waterschapslasten en meer dergelijke dit dienstvak, zelfs in zijn huidigen vorm, ontwijfelbaar bestaans recht heeft verworven buiten de grondbelasting. Men kan nu van inzicht verschillen over de vraag, welke ge bouwen afgebeeld behooren te worden op de kadastrale kaart. Wat zegt ons voorschrift? Dat alle hoofdgebouwen op de kaart voorgesteld worden en nevengebouwen slechts voor zoover zij voor

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1925 | | pagina 189