de verkenning noodig zijn. Dit is een gezond beginsel Bij de
toepassing is speling gelaten ten aanzien van de aanhoorigheden,
zeer terecht! Bij het woord verkenning I. K. art. 44, art. 77
sub 14 moet niet altijd alleen gedacht worden aan verkenning
door deskundigen. Een molen tusschen in vorm overeenkomende
huizen, een alleenstaande flinke schuur, ieder zal de voorstelling
daarvan voor de verkenning noodig achten; daarentegen behoort
in de toekomst een achter een huis staande kleinere schuur slechts
zelden op het plan en kan ook een seinhuisje bij een station,
een serre aan een huis, heel vaak achterwege blijven. Een
electrisch stoomgemaaltje in een polder wordt, omdat dit een
eenzaam staand steenen gebouwtje is, gerangschikt als hoofd
gebouw en heeft voorrang boven een bijgebouw van een boerderij,
't welk al zeer groot en van blijvenden aard moet zijn, zal het
niet om reden van economie van de kaart geweerd worden.
Niet alleen zijn de gebouwen voor deskundige en leek de meest
markante terrein voorwerpen, het zijn ook vaste terreinvoorwerpen,
daarom worden zij benut voor de vastlegging der grenzen. Op
neming van een gebouw slechts op het veldwerk en niet op de
kaart kan nuttig zijn, maar is niet ver door te voeren vanwege
de moeilijkheid die zich later zal voordoen bij de identificatie
van zulk gebouw. Welke gebouwen moeten nu uit een oogpunt
van vastlegging der grenzen op de kadastrale kaart komen Bij
de beantwoording ook van deze vraag zullen kleine verschillen
aan 't licht komen, de meeste deskundigen zullen 't er echter over
eens zijn, dat elk goed gefundeerd gebouw in de nabijheid eener
grens waarde heeft voor de vastlegging dier grens. Het boven
aangehaalde principe, om alle hoofdgebouwen op te nemen en
slechts de voornaamste bijgebouwen, kan ook hier gehandhaafd
worden; alleen geldt nu voor de bijgebouwen nog meer de eisch,
dat zij van duurzamen aard moeten zijn. Een meetlijn wordt
bij voorkeur verbonden aan de hoofdgebouwen en pas daarna
aan de best gefundeerde bijgebouwen. Al te ver te gaan met
weglaten zou ook hier een bezwaar kunnen opleveren, n.l. dit,
dat de verbinding van een meetlijn of grens met een goed ge
fundeerd gebouw achterwege gelaten zou worden, juist doordat
het gebouw niet op de kaart staat.
De deskundige lezer heeft reeds gevoeld dat, als men spreekt
over vastlegging der grenzen en over de kadastrale kaart,
190