Smit de zaak verder met het Bestuur zal behandelen, eventueel
met een beroep op de vergadering.
De heer Smit zegt, met zijne toelichting in het Tijdschrift zoo
lang mogelijk op de leden te hebben gewacht. Hij meent, dat
men op het oogenblik toch wel de wenschelijkheid van de op
heffing eener onbillijkheid kan uitspreken zonder zich omtrent
de uitvoering nog uit te laten.
De heer Westerhuis acht het behartigen der belangen van
de schatkist door de Vereeniging niet op zijn plaats, nu de
kadastrale belangen daarmede niet samengaan.
De heer Eggens verwacht, dat bij matige kosten de kans op
het verdwijnen der metingen door ondeskundigen groot zal zijn.
De heer F. Kater acht den vorm van een staatsbedrijf niet in
het belang van het kadaster.
De heer Alle ma zegt, dat, waar hier reeds de wenschelijkheid
wordt bestreden, omtrent de uitvoering niets kan worden beslist.
De heer de Kor ver zegt, dat juist een bepaalde vorm van
uitvoering voorstanders van het principe kan kweeken. Met zijn
amendement bedoelt hij redding en geen uitstel der motie.
De heer W. van Riessen ziet in de totstandkoming der wet
op de grensregeling een oplossing van deze kwestie.
De heer Best zegt, dat het systeem der motie reeds jaren is
verlaten, bijv. bij wegen, brandweer enz.
De heer Smit beantwoordt de sprekers. Metingen voor over
dracht vormen een bijzonder belang voor enkele personen, hij
wenscht niet te wachten op de grensregeling. De tarieven zijn
van later zorg. K. en L. heeft steeds algemeene belangen voor
gestaan, niet alleen kadastrale. Het amendement-de K. wenscht
hij niet over te nemen.
De heer Houben wenscht eveneens thans een principiëele
beslissing. Blijkt de uitvoering niet mogelijk, dat moet men zich
daarbij neerleggen.
De heer de Korver vraagt of het waardig is, de wenschelijk
heid uit te spreken, als men niet zeker is van de uitvoerbaarheid.
De heer Vos is tegen de motie omdat wij zouden terugkeeren
tot een zuiver grondbelastingkadaster.
De heer W. van Riessen verwijst nogmaals naar de wet op
de grensregeling.
De heer J. F. A. van Riessen dringt aan op stemming.
199