oudheid, met eenvoudige aanwending van door het verkeer be
kend geworden afstanden, al tamelijk gelukt. Als voorbeelden
daarvan kennen we de kaarten van Ptolemaeus (150 n.C.), die
zich reeds uitsprak over verbetering door sterrekundige plaats
bepaling, verder zeekaarten vanaf het midden der 14e eeuw, den
Ortelius-atlas van 1580. Sommige kaarten uit de middeleeuwen
berusten geheel op theorie (kaart van de Noordpoolzee), andere
geven een juisten omtrek en een gefantaseerd binnenland. De in
de gouden eeuw bloeiende Hollandsche kartografie blonk meer
uit door fraaie uitvoering, actualiteit en koopmanschap dan door
nauwkeurigheid. Gedemonstreerd worden atlassen van Visscher
en de Wit en van Blaeu, kaarten van Plancius en Barentz
en een merkwaardig fantastische kloosterkaart.
De landmeter was slechts zijdelings bij het vervaardigen dezer
kaarten betrokken zijn werk bepaalde zich tot terrein van geringen
omvang. Zijn vak ging eerst bloeien bij de opkomst der steden
en de latere inpolderingen, terwijl verder de stelling-oorlog van
Prins Maurits den landmeter niet kon ontberen. In 1600 werd
dan ook aan de Universiteit te Leiden een landmetersschoolver
bonden.
De astronomie gaat zich dan, speciaal in Frankrijk, met de
kaart bemoeien. Het resultaat van het werk van Cassini, die de
bepaling der geografische lengte belangrijk verbeterde, Picard
en de la Hire. De nieuwe kaart van Frankrijk, wijkt sterk af van
de oude. Ook in Duitschland en Nederland worden de methoden
verbeterd, o. a. door Gemma Frisius te Keulen, Snel van Royen
in Nederland en Schickhardt in Wurtemberg.
Frankrijk verkreeg langzamerhand een volledig driehoeksnet,
Cassini demonstreerde de mogelijkheid, een geheel land door
meting in kaart te brengen. Onder Napoleon kregen we een
ontwikkeling in twee richtingen, n.l. militaire en kadastrale kaarten.
Nauwelijks was hiermede het vraagstuk der twee-dimensionale
kaart opgelost, of dat der drie-dimensionale vroeg de aandacht.
De 1 ge eeuw bracht de oplossing door de tachymetrische hoogte
bepaling en de photogrammetrie, nadat reeds vroeger pogingen
waren gedaan door trigonometrische en barometrische hoogte
bepalingen en door waterpassingen. Voorloopig werden de hellingen,
die voor de militaire kaart van groot belang waren, door arcee
ringen aangegeven, eerst later verschijnen de hoogtelijnen. Spreker
2 X I