demonstreert met vele aanwezige voorbeelden, hoe de moderne
kaarten der verschillende staten aan de eischen voor een drie
dimensionale kaart voldoen, en staat stil bij de geschiedenis der
kartografie in Engeland, dat in dezen een aparte plaats inneemt.
De triangulatie van 1783 en de opname 1 a 2500 in het begin
der 19e eeuw bracht een kaart, aangevende de terreinsafschei
dingen (geen rechtsgrenzen) met ingeschreven nummers en grootten
der perceelen en hoogtepunten, terwijl de verkleinde kaart 1 a 10560
hoogtelijnen en verschillende bergvoorstellingen vertoont.
De oorlog heeft geleerd, dat de moderne kaarten nog niet aan
de militaire behoeften kunnen voldoen, terwijl de vraag naar een
«Wirtschaftskarte» op groote schaal voor goederenbeheer, werken
van openbaar nut, wegen en kanalen zich opdringt. Op de ten
toonstelling te Keulen in de vorige maand waren de eerste bladen
van een kaart aanwezig, die aan deze eischen voldoet. Ook
Nederland tracht naar verbetering van het aanwezige materiaal.
De Engelschen kunnen voorloopig toezien. Alweer blijkt, dat ook
in de kartografie de uitvoering op breeden grondslag op den duur
verre te verkiezen is boven de voorziening in de behoeften van
het oogenblik. (applaus).
De voorzitter dankt den heer van Riel voor zijn boeiende
rede en zijne demonstratie van het interessante kartografische
materiaal. Daarna verdeelt de vergadering zich in groepen, welke
onder geleide van de H.H. Prof. Dieperink, lector van Riel
en den heer Rookmaker, de belangrijke verzameling instrumenten
gaan bezichtigen, die «de Valk» herbergt. Vooral de ouderen
volgden met belangstelling de demonstraties met het nieuwe
statief. De imposante rij theodolieten, de instrumenten voor lengte
meting, de planimeters, rekenmachines, de coördinatograaf en de
eerste kartografische resultaten der lucht-photogrammetrie, alles
werd met belangstelling en bewondering bekeken, terwijl de ge
leiders bij hunne uiteenzettingen een aandachtig gehoor hadden.
Toen de groep belangstellenden langzamerhand dunde ging ook
deze welgeslaagde jaarvergadering tot het verleden behooren.
Aan het eind van dit verslag past een hartelijk woord van dank
aan Prof. Heuvelink voor zijne filmlezing en aan de H.H. Prof.
Dieperink en van Riel voor hunne voordrachten en niet minder
voor hunne goede zorgen voor een prettige en ongedwongen
212