224
IF2] \a2i a1 2 \a b] x y 2 [a\ c x z 2 [_a\ d x u
[<52] JV2 -f- 2 [i] cy s 2
-)- 3 £2 22 4 d2 u1 minimum
waaruit de gedeeltelijke differentiaalquotiënten voor de onbe
kenden x, y, z en u
2 a2] x 2 [a b\ y 2 \d\ c z 2 [a] d u o
i—3 4-7
2 [a b~\ X -f- 2 [F2] y 2 [3] 2 -f" 2 [F] d U 0
2 [a\ c x 2 \b] c y -j- 6 c2 z 0
2 [a] d x 4- 2 [F] 4" 8 d2 u —o
De laatste twee, eenvoudiger geschreven, geven
\_d\x [b~\y icz o
[a] 2; -f [b~\ y 4 du 0
m. a. w. [F] <7 en [F] hetgeen te bewijzen was.
Vermindert men dus iedere foutenvergelijking eener groep
met haar gemiddelde 0) dan worden hierdoor geëlimineerd
de onbekenden met gelijken coëfficiënt, zonder dat de waarden
der V verandering ondergaan. Dit toepassende op onze fouten
vergelijking (2) elimineert men de A o en vindt de gereduceerde
foutenvergelijking
v a! A x 4- b' Ajy 4"/' (3)
waarin nu f een bekende waarde heeft.
In de 3e afd. van form. 4 wordt dit bereikt als volgt. Als
ie reeks (onder gemeten richtingen) worden ingevuld de richtingen
a, uit kol. 6 van form. 3 (waarin ze onveranderd uit het register
van hoekmeting zijn overgenomen). Deze waarden, voorloopig
georiënteerd en nog te voorzien van de oriënteeringscorrectie
A 0worden ingeschreven als 2<= reeks onder «gemeten hoeken
met de F-as», waarbij als ie voorloopig georiënteerde richting kan
genomen worden de overeenkomstige 0' uit de 2« afd. De
waarden f— 0' (<z +0'A 0 worden nu verkregen, door de
2e reeks af te trekken van de in de 2e afd. berekende 0'. Wordt
de invulling op deze manier verricht, dan zijn in het formulier
de waarden -)- A 0 en A 0 in de juiste kolommen aangebracht,
in tegenstelling met de opmerking in «de Vos» bl. 441 al. 1.
1—3 4—7
i—3 4—7
1-3 4-7
1—3 *—3
4-7 4-7
i-3 1 3
4-74-7
1—3 4—7