generaal een regeeringsbesluit uitgevaardigd, hetwelk inhoudt
dat niet meer aan plannen voor een inlandsch kadaster mag
worden gewerkt, alvorens eene commissie gehoord zal zijn, be
staande nit bestuursambtenaren en kadasterambtenaren.
Misschien is hier wel een kapstok getimmerd om het vraag
stuk voor een tijd lang aan op te hangen.
AFWERKING VAN HET HERMETEN GEDEELTE VAN
APELDOORN.
In kadasterkringen zal met voldoening vernomen worden, dat
bij aanschrijving van 22 October 1925 de Ingenieur-Verificateur
te Arnhem gemachtigd is, met afwijking in zooverre van de
aanschrijving van 6 September 1922 (zie Tijdschr. v. K. en L. 1924
afl. 3 blz. 77) en van 4 April 1924, de afwerking van het reeds
hermeten gedeelte van Apeldoorn, onder invoering van een derde
kadastrale gemeente Hoog Soeren, te doen geschieden op Die-
renschen grondslag.
GEORGANISEERD OVERLEG.
De regeling voor het georganiseerd overleg bij het dienstvak
der directe belastingen, invoerrechten en accijnsen is bij res. van
den Min. v. Financiën d.d. 2 Oct. 1925 n°. 141 Pers. en Succ. en
Pers. uitgebreid met de diensten van de registratie en de domeinen,
van de hypotheken en het kadaster. De bijzondere commissie
ter zake zal bestaan uit 12 leden en 12 plaatsvervangende leden,
behalve een voorzitter en een secretaris, van wie de helft aan te
wijzen door de regeering en de helft door de 6 centrales
De volgende kadasterambtenaren zijn benoemd. Doorde regeering:
tot lid L. J. Roborgh, ingenieur-verificateur van het kadaster
te 's Gravenhage, tot diens plaatsvervanger Th. L. Kwisthout,
ingenieur-verificateur van het kadaster te Amsterdam; door de
Centrale van Hoogere Rijksambtenaren: J. B. Th. Vrien d, land
meter van het kadaster te Assen.
233