A 12. Jaarverslag van de Rijkscommissie voor
Graadmeting en Waterpassing 1907, 1911,
1913 en 1914.
235
Bureau te Delft, door welk bureau reeds meerdere omvangrijke werken
voor Rijks- en gemeenterekening werden of worden uitgevoerd. Deze
landmeetkundige afdeeling beschikt over alle hulpmiddelen, personeel en
instrumenten van genoemd Geodetisch Bureau en belast zich uitsluitend
met landmeetkundig werk en wel op één van de volgende wijzen.
1. Het uitvoeren van volledige opmetingen, waterpassingen en kaar-
teering voor geheele gemeenten of gedeelten daarvan, met blijvende ver
zekering van de gebruikte polygonen. Opgenomen worden naast de ge
bouwen en zichtbare perceelgrenzen al die objecten, die van belang zijn
voor den gemeentelijken dienst, zooals rioolroosters, waterleidinghydranten,
lantaarnpalen, telefoonpalen, beplanting langs de wegen enz. Het geheel
wordt zoodanig ingericht en berekend, dat kleinere of grootere bijmetingen
later zeer eenvoudig door de gemeente-ambtenaren kan geschieden en
zonder meer tn de nieuwe kaarten ingepast kan worden. Zulke opmetingen
worden tegen een te voren vastgestelde vergoeding uitgevoerd.
2. Het is natuurlijk ook mogelijk, dat bij de opmetingen meer of
minder gemeentepersoneel te werk wordt gesteld, hoewel dat meestal iets
duurder uitkomt. Men kan zelfs zoo ver gaan, dat de gemeente het
werk geheel in eigen beheer uitvoert en alleen de leiding opdraagt aan
den leider van de landmeetkundige afdeeling, die dan dus als adviseur
optreedt. De gemeente kan daarbij dan ook tegen een vergoeding de
beschikking krijgen over hulpmiddelen en instrumenten van het Geode
tisch Bureau. De berekeningen zullen meestal het beste in haar geheel
aan deskundigen kunnen worden overgelaten.
3. Er zal een proef worden genomen met het tijdelijk beschikbaar
stellen van goede instrumenten voor korten tijd. De behandeling hier
van door de gemeente-ambtenaren zal moeten leeren, of dit door te
voeren is tegen een redelijke vergoeding.
4. Er kunnen adviezen gegeven worden bij aanschaffing van nieuwe
landmeetkundige instrumenten of bij de beoordeeling van aanwezige oude
exemplaren.
BIBLIOTHEEK.
Ingevolge den oproep om mede te helpen aan de aanvulling
onzer bibliotheek, voorkomend in het «Voorwoord» van den Cata
logus in de derde aflevering blz. 82 en 83, mocht de bibliothe
caris reeds ontvangen hetgeen hieronder vermeld is.