28
2°. men is aldaar vrij van erosiewerking, welke elders voortdurend het
aardkorstevenwicht verstoort; daardoor zal vermoedelijk de interpretatie
der anomalieën vergemakkelijkt worden.
Het eerste vraagpunt is: Is ook op zee overal de isostatische even
wichtstoestand aanwezig? Is de door Bowie opgestelde isostatisch-ther-
mische aardkorsthypothese juist, dan zullen op een oceaan de afwijkingen
van dit evenwicht nog geringer moeten zijn, dan op het vasteland.
Is de door Wegener opgestelde drifthypothese der continenten juist,
volgens welke de zeebodem gevormd wordt door de ontbloote plastische
en homogene simalaag, dan moet het zeebodemrelief gepaard gaan aan
een verstoring der isostatie, in alle geval moet zich dit bij verdiepingen
van den bodem vertoonen, zooals b.v. bij de groote dieptetroggen in den
Stillen Oceaan.
Is de contractiehypothese juist, dan is het niet onwaarschijnlijk, dat
men in verband met de door tangentieelen druk veroorzaakte uitbuilingen
op zee uitgestrekte anomalievelden zal vinden, terwijl ook, wegens mindere
homogeniteit van den zeebodem, meer plaatselijk, maar niet noodzake
lijkerwijs aan bodemrelief gebonden anomalieën zullen voorkomen.
Voor de beoordeeling der verschillende theorieën zullen ook waar
nemingen aan den steilrand der continenten van veel nut kunnen zijn,
daar de aanneming over de dichtheidsverdeelingen aldaar voor de ver
schillende opvattingen nogal uiteenloopen. Ook voor andere vraagpunten
kunnen de waarnemingen wellicht bijdragen opleveren, waaronder ge
noemd mogen worden:
1. de koraalrif hypothese van prof. Molengraaf f;
2. de vraag of de zeebodem uit schollen bestaat;
3. de vraag of zich achter de volgens Wegener in drift zijnde ge
bieden isostatische evenwichtsverstoringen bevinden.
De toekomst zal moeten leeren of inderdaad de waarnemingsresultaten
aan deze verwachtingen zullen beantwoorden en of zich nieuwe gezichts
punten zullen voordoen.
Spr. zet vervolgens de methode uiteen, volgens welke door wanrneming
van meerdere tegelijk slingerende slingers de scheepsbewegingen geëlimi
neerd kunnen worden; het resultaat voor de versnelling van de zwaarte
kracht wordt langs dezen weg verkregen met een middelbare fout van
0.005 0.006 cm. De resultaten der waarnemingen, welke hij in de ge
legenheid was aan boord van Hr. Ms. onderzeeboot K II op een reis
van Nederland naar Java uit te voeren, zijn nog slechts voor een klein
deel isostatisch gereduceerd, zoodat nog geen definitieve conclusies moge
lijk zijn. Reeds nu echter kan gezegd worden, dat op den Indischen
Oceaan, tusschen Sokotra en Sabang, nagenoeg isostatisch evenwicht
heerscht en dat de geringe afwijkingen een zeer regelmatig karakter ver-