VASTE PUNTEN VOOR DE ARTILLERIE.
In een tijd als de tegenwoordige, waarin het «para bellum» hoe
langer hoe meer maar nog niet genoeg vervangen wordt door
het «para pacem», te gaan schrijven over de artillerie is een
hachelijke onderneming. En dan dit te doen als niet-artillerist!
Wij zullen echter niet meer behandelen dan den landmeetkundigen
kant van het onderwerp. Wat hiertoe behoort en wat hieraan
raakt mag geacht worden thans verhoogde belangstelling te trekken.
Degenen onder de lezers van dit niet-artilleristische tijdschrift,
die in de techniek van het zware wapen volledig ingewijd zijn,
mogen 't mij ten goede houden, wanneer de hieronder volgende
beschouwingen hier en daar naar hun smaak in te algemeene
bewoordingen zijn vervat of wanneer de vaktermen niet altijd
gebruikt zijn.
Dat de beslissing van een slag in den laatsten oorlog meer
dan vroeger van de artillerie afhing, is bekend. Niet alleen door
het aantal kanonnen was dit zoo. Behalve met de grootere dracht
der stukken en de verhoogde uitwerking van projectielen hield
dit verband met de vuurregeling en hierbij was o. a. de ontwik
keling van het vliegwezen van groote beteekenis.
Door gebruik van het vliegtuig is het mogelijk zelfs gedekt
opgestelde vijandelijke batterijen op te sporen; nadat deze eenmaal
ontdekt zijn helpt bij de beschieting ervan de waarnemer uit de
lucht het vuur te leiden, zijn berichten maken het mogelijk de
schoten telkens dichter bij het doel te doen vallen. Wanneer de
vijandelijkheden aan den gang zijn is de verkenning uit vlieg
tuigen waarschijnlijk van grootere beteekenis dan die van den
beganen grond. Deze laatste blijft echter eene belangrijke rol
vervullen.
De vuurleider moet weten richting en afstand van het doel ten
opzichte van zijn stukken. Onder de gegevens voor de vuurlei
ding (technische uitvoering) en voor de vuurregeling (tactische
samenwerking) behoort dus naast het antwoord op de vraag
«wat?» allereerst het antwoord op de vraag «waar?». Aan de
opening van het werkzame vuur moet voorafgaan plaatsbepaling,