66 Het kan daarom wellicht zijn nut hebben, den gang en omvang van zulk een verdeeling naderbij te bezien. Bij eene verdeeling moet vaststaan i°. welke goederen verdeeld moeten worden, 29. wie deelgerechtigd zijn en voor welk aandeel, 3°. de wijze waarop de verdeeling zal plaats vinden. De Erfgooierswet 1912 heeft in alle opzichten gunstig gewerkt om een eventueele verdeeling, welke spoedig moet verloopen, mogelijk te maken. Beginnen we met de vaststelling van de te verdeelen gronden. Bekend mag ik veronderstellen, dat ons hypotheek-stelsel negatief is, d.w.z. dat de tenaamstelling bij het kadaster geen bewijs van eigendom is. Zoo is het dus mogelijk, dat de werkelijke eigenaar, (krachtens 30-jarig bezits recht b.v.) een andere is, dan de kadastrale eigenaar. Juist bij groot onverdeeld bezit komt zoo iets vaak voor. Bij een groote Markverdeeling op de Veluwe, welke ik een 20 jaar geleden meemaakte, bleken 3 0 van het aantal perceelen (zij het meest onbelangrijke) onjuist te naam gesteld. Met dit negatieve stelsel nu heeft de Erfgooierswet gebroken door in de artikels 1 en 41 te bepalen, welke gronden eigendom zijn van Stad en Lande. Van welk groot belang die wettelijke bepalingen voor een eventueele verdeeling zijn, moge hieruit blijken, dat naar aan leiding van den in art. 41 voorgeschreven Staat van Goederen van Stad en Lande verschillende gemeentebesturen eene rechtsvordering hebben ingesteld, welke procedures, wat de gemeenten Laren en Huizen betreft, pas in 1924 beslist zijn, en wat de gemeente Blaricum aangaat, zelfs thans na 10 jaar nog niet geëindigd is. Naast de eigendomskwestie staat de begrenzing der eigendommen, waarvoor het kadaster geen wettelijk bewijs in rechten levert. Gerust mag echter worden aangenomen, dat bovengenoemde artikelen en de omstan digheid, dat door de sterke uitbreiding van de bewoning in het Gooi tal van grenzen in de laatste tientallen jaren opnieuw kadastraal gemeten zijn, processen over grenzen en dus tijdsverlies vrijwel uitsluiten. Dank zij de Erfgooierswet 1912, zal dus een tijdroovend onderdeel van elke verdeeling n.l. de vaststelling van het object binnen enge tijds- grenzen blijven. Een tweede voornaam onderdeel is de vaststelling van de lijst der deelgerechtigden. In de Erfgooierswet zijn wederom de regelen gesteld, welke beslissend zijn voor het lidmaatschap. Maar van niet minder belang is het, dat de geheele boekhouding aan de hoogste eischen voldoet. De waarde van zulk een boekhouding beseft men pas, als men in de praktijk heeft gezien de administratie van de vroegere Marken, waarbij alleen de samenstelling van de lijst van deelgerechtigden, met vermelding van aard en omvang van ieders recht, bij eene verdeeling tot een langdurig onder-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1925 | | pagina 66