67 zoek, tot reclames en vonnissen asnleiding gaven. Hier echter zijn alle gegevens voor het grijpen. Thans de kern van allesde wijze, waarop eene verdeeling zal plaats vinden. De wetgever heeft zich hier beperkt tot het geven van enkele waardevolle hoofdlijnen en tevens in art. 36 de tusschenkomst van de Kroon verzekerd. De verdeeling zal moeten geschieden volgens een verdeelingsplan, dat de basis van de geheele liquidatie moet zijn. Daaraan kan nimmer te veel moeite besteed worden, nooit kan het van te veel kanten bekeken worden. Elke lacune daarin komt neer op verplaatsing van moeilijkheden, en vrijheid van beweging voor hen, die met de uitvoering belast zijn, kan daardoor den indruk van willekeur geven en dan de sympathieke, maar toch ook koppige en zelfbewuste Gooiers tot verzet prikkelen. Ook de wetgever heeft dit gevoeld In het voorstel tot ont binding moet een verdeelingsplan in hoofdlijnen zijn aangegeven. Na aanneming wordt dit plan door het Bestuur uitgewerkt en in eene alge- meene vergadering behandeld. Eventueele goedkeuring door de Kroon, na advies van Gedep. Staten, gaat dan weer gepaard met voorschriften voor de uitvoering. Was het den wetgever mogelijk daaraan meer zorg te besteden Wat moet nu het verdeelingsplan zoo al bevatten Practisch gesproken, hebben we alleen rekening te houden met het geval, dat de Gemeenten van hun naastingsrecht gebruik maken (volgens art. 37), daar ik me niet kan indenken dat bij een verdeeling, dus juist als de rechten der gemeenten gerealiseerd worden, eene gemeente van hare rechten afstand zou doen. Niettemin moet ook in dat, vrij denkbeeldige, geval in het verdeelings plan voorzien worden. De wetgever maakt onderscheid tusschen de weidegronden, de meenten, waarin alleen de scharende leden deelgerechtigd zijn en de overige gron den, waarin alle erfgooiers dus zoowel scharende als niet-scharende deel gerechtigd zijn. Wat de weidegronden betreft is aan de gemeenten het recht van naasting toegekend, tegenover de verplichting om aan de scharende leden de gekapitaliseerde gebruikswaarde, of een daarmede in waarde overeen stemmend gedeelte van de weiden uit te keeren. Voor eene doelmatige verkaveling is een plan van wegen en waterleidingen voor de weidegronden noodzakelijk. Geregeld moet dus o.m. worden: op welke wijze en naar welken maatstaf het weiderecht gekapitaliseerd zal wordenaanwijzing van de terreinen, welke voor uitkeering beschikbaar worden gehouden vaststelling van de regelen voor die uitkeering, o.m. in verband met beweiding van verschillende meenten, vaststelling van de plannen voor wegen, waterleidingen en kunstwerken voor openbaren dienst, met over dracht van eigendom en onderhoud; regeling van eventueele uit-en over-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1925 | | pagina 67