7Ö instrument sprake was, vestigden wij daarbij de aandacht. In ons land heeft de heer Ir. W. Schermerhorn een exemplaar van het nieuwe Zeiss-fabrikaat ter beschikking gehad en dit gebruikt bij een triangulatie over het Hollandsch Diep, verder heeft hij het instrument onderworpen aan een randverdeelingsonderzoek. Daaruit is een critiek voortgevloeid, gepubliceerd in het Zeit- schrift für Instrumentenkunde, 1925 Heft I, onder den titel cVer- gleichung des neuen Zeiss-Theodolites mit heutigen Konstruk- tionen». Zonder een overzicht van deze verhandeling te willen geven veroorloven wij ons een en ander daaruit voor onze lezers over te nemen. Allereerst het laboratoriumonderzoekDe horizontale rand bleek zeer goed verdeeld te zijn, slechts een geringe periodieke fout kwam aan 't licht en de middelbare toevallige randverdeelingsfout was zeer klein, n.l. 0,5". De uitkomsten van dit randverdeelingsonderzoek werden ver geleken met die van andere onderzoekingen, verricht aan instru menten, waaronder er verschillende waren, met randen van 14 a 16 cm, geeigend voor kadastergebruik (driehoeksmeting van de 3e en 4e orde, veelhoeksmeting); de Zeiss-theodoliet I bleek dan wat nauwkeurigheid betreft tusschen instrumenten met micrometermicroscopen eenerzijds en afleesmicroscopen anderzijds in te staan. In vergelijking met een 12-cm-rand van een instru ment, dat ook afkomstig was uit de fabriek Carl Zeiss, toonde de verdeeling van den nieuwen theodoliet grooten vooruitgang. Uit het feit dat de middelbare waarde van de totale fout in een richtingsmeting ongeveer 2" bedroeg, volgt dat schatting van tiende deelen van seconden, die aan de kleine schaal (zie T. v. K. en L. 1924 blz. 195 fig. 2 en 3 onderaan) mogelijk is, geen zin heeft; een verdeeling in 10" met schatting van de seconden zou beter in overeenstemming zijn met de nauwkeurigheid, die de theodoliet in 't algemeen heeft. Nog sterker dan uit het randverdeelingsonderzoek bleek dit uit de resultaten verkregen bij het werken in 't veld. Daar werd het instrument gebruikt naast een een kadaster theodoliet van Hildebrand. Volgens stationsvereffeningen werden de m. fn in de enkele richting berekend en de conclusie was, dat de Zeiss I iets nauwkeuriger was. Die voorsprong is niet groot,

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1925 | | pagina 70