I2
sluit met een alphabetisch register. Het is jammer dat een papier
soort gebruikt is welke minder mooi is dan die van de vorige
uitgave.
Ten eerste om een begrip te krijgen van moderne primaire
driehoeksmeting kan de studie van dit deel ter hand genomen
worden, de bijzonderheden daarover treft men aan in het begin,
na een overzicht van de geschiedenis der graadmetingen, dat als
inleiding voorafgaat.
Dan volgt wat wij kunnen noemen het wiskundige deel aer
hoogere geodesie. Het doorwerken hiervan vordert niet alleen
inspanning, maar ook taaie volharding. Als wij dit schrijven
hebben wij ook hier als lezers in de eerste plaats niet op 't oog
de kleine schaar van hen, wier arbeid onmiddellijk verband houdt
met «aardmeting», maar de talrijke anderen, wier dagelijksch
werk op de lagere geodesie steunt en voor wie de vraagstukken
der hoogere steeds aantrekkelijk blijven. Verschillende hoofd
stukken in dit gedeelte van het werk zijn uitgebreider behandeld
dan in de vorige uitgave, bijv. de theorie der geodetische lijn.
Evenzoo de overbrenging van geografische coördinaten op de
ellipsoïde: «van punt P met geogr. breedte <p gaat naar punt Q
een zijde (geodetische lijn), langs .y, onder een azimuth a,, gevraagd
de breedte van Q, het lengteverschil tusschen P en Q en het
azimuth van Q P». Van dit hoofdprobleem (bij de toepassing
waarvan, naar wij meenen, in Nederland eene nog eenigszins
voordeeliger rekenwijze gevolgd werd dan in Pruisen) is in het
werk thans ingevoegd eene oplossing van L. Krüger.
In het laatste gedeelte van het boek komen de geo-physische
metingen uitvoerig ter sprake bij de behandeling van den mathe-
matischen vorm der aardoppervlakte en de bewegingsverschijnselen
in deze. Die hoofdstukken over meting der zwaartekracht en
over schietloodafwijkingen waarin de namen Helmert, Eötvös,
Sterneck met glans naar voren komen zijn wel geschikt om
belangstelling te wekken bij hen, die iets meer zoeken dan wat
strikt noodig is in hun vak, het geheel beheerschen van deze
omvangrijke stof zal slechts aan enkele specialisten voorbehouden
zijn. Met nieuwe uitkomsten op dit gebied, gepubliceerd sedert
het verschijnen van den zesden druk in 1916, is ook weer bij de
bewerking rekening gehouden. Als nieuwe paragrafen zijn o. a.
ingevoegd: veranderlijkheid van de richting van het schietlood