i°5
1878 werd hij benoemd tot adspirant landmeter, als hoedanig hij
o.m. werkzaam was bij de hermeting van 's-Gravenzande, en op
i Januari 1883 tot landmeter van het Kadaster. In déze functie
was hij jarenlang werkzaam te Leeuwarden, eerst voor den ambu-
lanten dienst, later voor den gewonen velddienst.
Nadat hij de aandacht op zich gevestigd had door de samen
stelling van eene memorie inzake traktementsregeling, voor welk
werk hij den lof had in te oogsten van Prof. Dr. A. J. van Pesch,
werd hij op de jaarvergadering van 1898 gekozen tot secretaris
penningmeester onzer Vereeniging; deze taak vervulde hij ge
durende drie jaren op verdienstelijke wijze.
In 1902 verscheen van zijn hand «Het Kadaster en de Boek
houding op de Hypotheken», een tot op dien tijd bijgewerkt
handboek, dat ten doel had zoowel ambtenaren als particulieren
die met Kadaster en Hypotheken in aanraking kwamen, tot
voorlichting te strekken.
Na de benoeming van den heer Boer tot voorzitter der Ver
eeniging trad de heer de Vos naast wijlen den heer C. W. Hoff
mann op als redacteur van dit Tijdschrift. De jaargangen 1903
en volgende getuigen door verschillende belangrijke artikelen van
zijn kennis en werkzaamheid op kadastraal gebied. De publicatie
van een artikel getiteld «Het kadastrale vraagstuk», waarvoor
redacteur de Vos mede de verantwoordelijkheid aanvaardde en
waarvan hij misschien wel als de auctor intellectualis zal mogen
aangemerkt worden, had een naspel in de Vereeniging tengevolge,
dat vooral door het temperament van zijn medewerker een zoo
danig verloop nam, dat hun beider redacteurschap in 1907 eindigde.
Het was in die periode van zijn leven dat ook het licht zag
zijn «Leerboek der Lagere Geodesie». Het doel dat de
schrijver zich ermede gesteld had heeft hij bereiktop eenvoudige
wijze de nieuwere methoden van opneming en vereffening te
verklaren en bij het Kadaster steeds meer ingang te doen vinden.
Al moge de behandeling van eenig onderdeel uit wetenschappelijk
oogpunt beschouwd hier of daar minder geslaagd te noemen zijn,
het doen verschijnen van dit werk toentertijd (1905), toen de
opleiding der landmeters van het Kadaster nog niet in zulke
goede banen geleid was als tegenwoordig, blijft een daad van
groote waarde.
In de commissies voor de examens bij ons dienstvak was de