"5
betaalt dan publiceere en erkenne men slechts als voor
waardelijk rechthebbende B, indien zulks in de koopacte tusschen
A en B verzocht is.
Overgaande tot eene beschouwing der verschillende nationale
kadasters aan de hand van het vorenstaande, wordt begonnen met:
Het Nederlandsche Kadaster.
De Nederlandsche kadastrale kaarten, opgemaakt ten behoeve
van de grondbelasting, zijn bij gemis van de oorspronkelijke
veldaanteekeningen als regel alleen op grafische manier te ver-
grooten en met den bodem te vergelijken en vertoonen dan zoo
danige afwijkingen in groot verband en in de ligging der per
ceelgrens, dat zij voor het vervaardigen van uitbreidingsplannen,
grondplannen van kanalen, e. d. niet te gebruiken zijn en voor
het verrichten van grensuitzettingen slechts met de noodige om
zichtigheid.
Voor de laatste is het bovendien een bezwaar, dat wederzijdsche
eigenaren niet gebonden zijn aan de ligging van de begrenzing
hunner zakelijke rechten op de kadastrale kaart.
Omdat vroeger de oppervlakte der perceelen als regel volgens
uitpassing van de kaart is bepaald, zal deze net zoo min juist
zijn als de kaart zelve.
Nederland verkeert echter in de gelukkige omstandigheid dat
de secundaire rijksdriehoeksmeting bijna is voltooid; van alle
torens en andere vaste en boven hunne omgeving uitstekende
punten zijn de afstanden zéér nauwkeurig tot eenzelfde assen
stelsel bepaald en bekend gemaakt, en het is mogelijk om met
betrekkelijk weinig moeite van andere punten die afstanden te
bepalen.
Dit laatste zal moeten geschieden.
De technische grondslag zal moeten worden uitgebreid zoo
danig, dat het mogelijk is om elke nieuwe grens aan dien tech-
nischen grondslag te bevestigen.
Op die wijze wordt eene geleidelijke vernieuwing der kaart
verkregen in plaats van eene zoo kostbare generale.
Op die wijze ontstaan ook het eerst nieuwe kaarten in ter
reinen, waar zij het meest noodig zijn, namelijk in streken, waar
veel verkeer met onroerend goed plaats vindt, als bouwterreinen,
ruilverkavelingsgebieden enz.