De opneming van een ver afgelegen punt vergemakkelijkt de beoordeeling, of de richtpunten met P op een cirkel ligging, in welk geval de reconstructie niet mogelijk is. Wageningen, December 1923. H. F. VAN Riel. RICHTINGSCOËFFICIËNTEN VOOR KLEINE AZIMUTHS. Op bl. 81 van dezen jaargang bespreekt de heer van Riel een door hem gegeven uitbreiding aan mijn tabel voor de rich tingscoëfficiënten op bl. 52, speciaal voor kleine azimuths. Ik wensch nog even op deze zaak terug te komen, omdat ik mij niet geheel met de motiveering van deze uitbreiding kan vereenigen. De eerste afwijking, betreffende het interval van 0.1 g in plaats van 1 g, kan verder onbesproken blijven; tegenover iets gemakkelijker interpolatie staat hier grootere uitgebreidheid van de tabel. De tweede afwijking evenwel is van meer belang. Voor kleine waarden van (p zou hier a niet voldoende nauwkeurig bepaald kunnen worden, doordat de deeler x te klein zou zijn. De heer van Riel geeft daarvoor van 2 g tot 10 g de tabelwaarde in 3 decimalen, van o g tot 2 g tabellen voor de tellers van de oorspronkelijke formules a p C°S b -j- p S'" (zie ook Jordan I, Anhang [16] en [17]). Het komt mij voor, dat deze wijzigingen overbodig zijn. Ter toelichting geef ik hierbij voor de benedengrens 1000 m van het door den heer v. R. gestelde normale bedrag van 1 voor azimuths van o g tot 10 g de waarde van a ie berekend volgens tabel bl. 52. 2e methode aangroeiingen der logarithmen. 3e oorspronkelijke formule --, d. i. de juiste waarde. Men ziet, dat de a volgens tabel bl. 52, behoudens enkele af wijkingen van hoogstens 0.2, nagenoeg geheel overeenstemt met de juiste waarde. Om dit resultaat te krijgen heeft men enkel van 0.3 g tot 0.01 g het azimuth in 5 decimalen, beneden 0.01 121 0 COS

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1926 | | pagina 121