o.a. pag. 130 jrg. 36 van dit Tijdschrift.) Daarom dan ook, om
dat beiderlei werkzaamheden, geheel naast elkaar staan, kan
althans moet er geen rivaliteit bestaan. Een eventueel
verband te zoeken, ligt niet, gelijk collega Hoving stelt, op den
weg van het Bureau, maar van den kadastralen dienst, die van
een volledig stelsel vaste punten voordeel kan trekken. (Het net
van Bussum zal dan ook wel geheel door den kad. dienst worden
overgenomen.) Bovendien hebben wij ook onder het oog te zien,
dat een voornaam doel van het kadaster is oplossing van grens
geschillen en niet verwarring van inzichten en rechten, welke in
meerdere mate kan ontstaan, als beroep op verjarigstermijnen en
bezitstoestanden steun vindt in metingen van particuliere bureaux
en gemeentediensten.
Eene vergelijking van kosten is niet te maken, al weer omdat
de werkzaamheden ongelijksoortig zijn. Daarom doet de betref
fende opmerking van collega Hoving vreemd aan. Hij ontkent
n.l. dat een particulier bureau economischer zou kunnen werken,
dan de Rijksdienst. Betreft die verklaring eene ontkenning van
de, dikwijls geuite, algemeene stelling, dat overheidsbedrijven
duur werken, dan heeft ze weinig waarde, daar argumenten en
bewijsvoeringen achterwege bleven. Een kostenvergelijking bij
dit onderwerp, kan alleen de vraag betreffen, wat voor de ge-
meentesturen het voordeeligst is. Daarop geeft Bussum het ant
woord: Voor nog geen 10 mille werden al de genoemde werk
zaamheden verricht. De gemeente verkreeg dus alles wat voor
haar dienst noodig was, voor een bedrag, dat nog niet eens vol
doende zou zijn om de meetarbeidersloonen te betalen van een
kadastrale hermeting, terwijl het practisch nut van zoo'n hermeting
voor den gemeentedienst heel wat geringer zou zijn.
Verdere kantteekeningen op het door mij gewraakte artikel
laat ik achterwege. Betreurt collega Hoving de splitsing der
werkzaamheden, wil hij vermijding van toestanden, dat tal van
groepen van landmeters zonder verband naast elkaar werken en
wil hij bovendien éénheid in leiding, dan zal hij, zonder te kort
te doen aan de eischen, welke gemeentebesturen en anderen
stellen, er niet komen, zonder ingrijpende wijziging in de orga
nisatie van den kadastralen dienst. Ik heb dat vraagstuk in een
vroeger artikel bekeken, men moge die oplossing afwijzen of
becritiseeren, toch ben ik overtuigd, dat de slechtste dienst, welke
126