onpartijdig tegenover de zaak te stellen, zoo ligt het voor de hand, dat de mogelijkheid door mij wordt erkend, dat ik de zaken niet «breed» genoeg heb gezien. Ik geef mijne meeningen dan ook gaarne voor betere, heb ze echter opgesteld ter voldoe ning aan mijne belofte in gemelde bestuursvergadering gedaan en in de hoop, dat zij onzen leden tot eene nadere overweging zullen nopen, waardoor de bespreking in de algemeene verga dering allicht meer vruchtdragend zal worden. Moge K. en L. in deze materie een wijze beslissing nemen. Vriend. Assen, Juni 1926. INTERNATIONALE LANDMETERSFEDERATIE. Congres te Parijs. Eene introductie door den Directeur du Service Géographique de l'Armée, generaal Bellot, heeft het initiatiefcomité voor bo vengenoemde Federatie contact doen krijgen met het «Interna tionaal Instituut voor Intellectueele samenwerking». Dit is het lichaam, dat als nieuw organisme verbonden is aan den Volken bond, dat ten doel heeft het wetenschappelijk werken over de geheele wereld beter te ordenen, te vereenvoudigen, vruchtbaar der te maken, en waarvan op het oogenblik voorzitter is onze Prof. Lorentz, «qui honore a la fois le pays de Huygens et l'humanité» (woorden van Minister Painlevé bij de inauguratie van het Instituut in het Palais-Royal te Parijs op 16 Jan. 1926). Directeur van het Instituut is de heer Luchaire, chef van de afdeeling voor wetenschappelijke relaties is baron de V os van Steen wijk. Met deze heeren heeft het Fransche comité, dat het internationaal landmeterscongres, 't welk in October 1926 te Parijs zal worden gehouden, voorbereidt, een bespreking gehad, welke ertoe geleid heeft dat het Instituut zijn hooge bescherming verleent. Een bewijs van onmiddellijken steun is gelegen in het ter beschikking stellen voor het congres van een deel der prach tige localiteiten die het Instituut bezit in het Palais-Royal, 2 rue de Montpensier (een groote zittingzaal, een zaal voor commissie- 136

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1926 | | pagina 136