verantwoording. Men zal daaruit zien, dat een versterking der
middelen dringend noodig is. Het gaat toch niet aan, dat het
bestuur in zijne actie wordt belemmerd, doordat de bodem van
de schatkist zichtbaar wordt.
In de plaats van den heer Raeven, die wellicht met September
a.s. in Holland komt, zal waarschijnlijk als correspondent voor
Ned.-Indië optreden de Landmeter van het Indische Kadaster
Bruin, die op aanwijzing van den heer Raeven door het
bestuur is uitgenoodigd het correspondentschap op zich te nemen.
De heer R. beklaagt zich over de Indische «indolentie», reden
wellicht, dat van de door Mr. Bes gehoopte vruchtbare gedachten-
wisseling over kadastrale onderwerpen tot heden nog niet veel
is terecht gekomen. Het bestuur noodigde den heer Raeven
uit op de a.s. algemeene vergadering over de Indische toestanden
te willen spreken, aan hem overlatende de keuze van het te
behandelen onderwerp.
De Redacteur van ons Tijdschrift vertegenwoordigde op verzoek
van ons bestuur onze vereeniging op de te Parijs gehouden
vergadering, waarvan het doel was te komen tot de oprichting
eener Internationale Landmetersfederatie. Men heeft in de April
aflevering van dit Tijdschrift het verslag van deze besprekingen
kunnen lezen. Het spreekt vanzelf, dat wij hopen, dat deze
Federatie tot stand zal komen en moge groeien tot eene krachtige
organisatie, die veel zal kunnen doen ter bevordering van de
geodetische wetenschap en de belangen harer beoefenaars.
De landmeters, die in Duitschland ervaring opdeden ten op
zichte van de Ruilverkavelingswerkzaamheden, zijn thans bezig
het geleerde in practijk te brengen. Hoewel aanvankelijk eenige
strubbelingen voorkwamen, schijnen thans de kwesties in der
minne te zijn opgelost en is er dus alle reden aanwezig voor de
hoop en de verwachting, dat de landmeter de hem in de wet
toegedachte taak naar behooren zal kunnen vervullen. Dat deze
eerste ruilverkavelingen het bewijs mogen leveren, dat den land
meter een belangrijk deel in de te verrichten werkzaamheden
moet worden toebedeeld en zijne diensten onmisbaar zijn om het
«slagen» der verkavelingen te waarborgen!
De Almelosche proef wordt voortgezet. In de aan de corres
pondenten gezonden mededeelingen wees het bestuur er op van
hoe groot belang deze «proef» en het uit te brengen verslag voor
139