plannen van Min. Colijn (behalve dan misschien ten aanzien van de Grondbelasting: men heeft het persbericht dienaangaande onlangs wel gelezen); evenwel had de voortzetting van boven gemelde besprekingen geen zin, zoolang niet bekend was ge worden, of en in hoeverre Min. de Geer zich met de voornemens van Exc. Colijn zou vereenigen. De directe materieele belangen der landmeters werden be hartigd bij de «plooien-gladstrijkerij». Meet men ons succes hier bij af naar de door andere groepen bereikte resultaten, dan zouden we tevreden kunnen zijn (men dient hierbij alleen te letten op diegene, die ook het geluk hebben in het «normen» besluit ondergebracht te zijn). Op zich zelf beschouwd is de regeling, gelet op onze uiterst geringe promotie-kansen, op de opleiding enz. evenwel beslist onvoldoende. In dit verband worde nog even gewezen op onze vertegen woordiging in de bijzondere Commissie voor Georganiseerd Over leg. Men late zich hierbij niet ontmoedigen, omdat wij «slechts» een plaatsvervangend lid mochten aanwijzen. In de eerste plaats toch is door onze Centrale de regeling zóódanig gemaakt, dat de leden en de plaatsvervangers zich als volkomen gelijkge rechtigd beschouwen. Komen dus speciale kadastrale aangelegen heden aan de orde, dan is onze vertegenwoordiger present. In de tweede plaats ontvangen ook de plaatsvervangende leden de volledige agenda der vergaderingen en de notulen. Dan wordt door de leden, de plaatsvervangende leden en de vertegenwoor digers van de overige bij onze Centrale aangesloten organisaties (ressorteerende onder de betrokken dienstvakken van Financiën) eene voorvergadering gehouden, waarin de agenda wordt be handeld, uitgemaakt wie van de leden of plaatsvervangende leden de vergadering zullen bezoeken en welke houding deze aldaar zullen aannemen. Wij hebben dus alle mogelijke waar borgen, dat onze belangen behoorlijk behartigd zullen kunnen worden. Overigens weet men, dat de salarieering van de land meters in deze Commissie niet behandeld mag worden: zoolang als wij in het normen-besluit zijn ondergebracht, behoort dit tot de competentie van de Centrale Commissie. Rest nog te ver melden, dat tot heden in deze Commissie-vergaderingen geen onderwerpen aan de orde zijn geweest, die onze tegenwoordig heid gewenscht maakten. 144

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1926 | | pagina 144