147
Toelichting op de Rekening en Verantwoording 1925.
Het nadeelig saldo over 1924 (ƒ51.51) werd grooter, en be-
draagt thans f 161.44. Aan contributie, abonnementsgeld en
advertenties is over 1925 nog achterstallig 71.50, zoodat het
zuiver nadeelig saldo ruim negentig gulden is. De ontvangsten
bleven iets beneden de raming, de zuivere winst op de adver
tenties bedroeg echter f 254.65, waardoor het totaal aan ont
vangsten de begrooting nog met f 123 overtrof. De Redacteur
slaagde er in de kosten van het Tijdschrift ruim f 26 beneden
de begrooting te houden. De algemeene vergadering was door
de bijzondere omstandigheden duurder dan andere jaren, de reis-
en verblijfkosten bleven hoog door de verspreide ligging van de
standplaatsen der bestuursleden. De post onvoorziene uitgaven
betreft de aanschaffing van een schrijfmachine, waarvan de
kosten vopr de helft in 1925 en voor de andere helft in 1926
zijn betaald. De uitkeering aan de afdeelingen was hooger dan
de raming, doordat aan de afdeeling'Amsterdam nog over 1924
moest worden betaald. Echter daalde de contributie der C.H.R.A.
door het inwerking treden van het verlaagd tarief.
Uit Indië werd aan contributie f 125.ontvangen zonder op
gaaf van het aantal leden en abonné's.
Het aantal gewone leden in Holland bedroeg 150, van wie
eén nog niet betaalde en één betaling weigerde, het aantal
buitengewone leden 50, van wie één nog niet betaalde.
Bij het bestuur waren 24 abonné's (waarvan 2 nog moeten
betalen), bij den boekhandel eveneens 24 abonné's op het Tijd
schrift ingeschreven.
Bij de uitgaven werd de uiterste zuinigheid betracht, toch
groeide het tekort. Het bestuur overweegt, of het in verband
daarmede voorstellen zal doen aan de algemeene vergadering.
Aldus opgemaakt te Haarlem, 5 Juli 1926.
De Penningmeester
P. J. ter Plegt.
Het vorenstaande is door ons onderzocht en deugdelijk bevonden.
Haarlem, 7 Juli 1926.
De Leden van K. en L„
W. van der Voort.
J. G. Ferwerda.