iö3 niet aan de gestelde eischen, dan worden ze eenvoudig niet aan vaard voor ze aangevuld of gewijzigd zijn.» Afgezien van het personeelvraagstuk moet m.i. evenwel de vraag of het Kadaster deze belangrijke werkzaamheden tot vol doening van de gemeenten kan verrichten, bevestigend worden beantwoord, met handhaving van het systeem Dieren, echter bij uitbreiding van de detailmeting tot nauwkeurige opmeting van gebouwen en perceelgrenzen (zooals ook K. en L. den Minister destijds in haar rapport adviseerde). De Woningwet eischt toch (zie art. 10 Woningbesluit) kaarten met kadastrale grenzen, sectie, en nummers; de vaststelling der perceelgrenzen en de numme ring kan toch moeilijk op de juiste wijze buiten het Kadaster om worden verricht! De vastlegging op de kaarten van kabels, buizen, rioleering enz. kan verder gevoeglijk aan de gemeente ambtenaren worden overgelaten, die op de «particuliere» kaarten toch ook alle nieuwe leidingen zelf zullen moeten inmeten. Een groot voordeel voor de toekomst is m.i. ook, dat bij kadastrale hermeting de gemeente de beschikking krijgt over kaarten, die regelmatig en juist worden bijgehouden (zie in dit verband ook de missive v. d. Min. v. Fin. d.d. 30 Oct. 1924 Afd. H. en K. n°. 81) en Kadaster en Gemeente kaarten op gelijke schaal behouden. Het komt mij voor, dat bij particuliere hermeting de werk- zaamstelling van één of meer gemeenteambtenaren juist econo misch zoude zijn; zij toch moeten na afloop der meting op de gegevens kunnen voortbouwen en thuis zijn in de gebruikte methodes en formulieren. Voor mij is het al of niet «duur» zijn een kwestie van «ambitie» en ik kan mij voorstellen, dat een landmeter, die een fraai geodetisch werk in zijn district onder eigen leiding ziet uitgevoerd, nog wel eens iets méér zal geven dan juist zijn Rijkstijd! Behalve Bussum, Steenwijk enz. zijn er nog zeer vele ge meenten boven de 10.000 zielen, die een vast uitbreidingsplan bezitten en waar de Kad. dienst in staat zal blijken te zijn de uitbreiding vóór te blijven. De Kadsteen vormt hierbij het aangewezen verzekeringsmate riaal, tot welke conclusie een ieder zal komen, die na bezichti ging der gebruikte betonpaaltjes in de uitbreidingsterreinen van Bussum, in de richting van Blaricum de meer geciviliseerde Kad steen aan den kant van den weg ziet staan!

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1926 | | pagina 163