in aanmerking komen voor Rijkssubsidie. Ook voor Ruilver
kaveling draagt het Rijk bij in de kosten. Z. i. zou dit nog veel
meer dan tot heden het geval is moeten gebeuren. Ook voor
den dienst van het Kadaster is het dus wenschelijk, dat het Rijk
zich offers getroost. Laat de vergadering dus nu terugkomen
op de beslissing van verleden jaar!
Diverse leden kondigen thans de indiening van moties aan;
in meerdere of mindere mate strekkende tot wijziging of intrek
king van het verleden jaar genomen besluit.
De heer Smit protesteert nog tegen de beweringen van de
afd. Arnhem. Hij heeft niemand overrompeld; de motie is een
jaar lang aanhangig geweest. Trekt men thans de motie in, dan
moet men daarvoor gronden aanvoeren. Zonder dat zal spreker
geen hoog denkbeeld hebben van den ernst van deze vergadering.
De heer Heines wil den bal terugkaatsen, de heer Smit had
destijds reeds de uitvoerbaarheid moeten aantoonen. De heer
Smit interrumpeert, dat hij dit niet heeft gewild, als zijnde dat
de taak der Regeering. De heer Heines handhaaft zijn mee
ning, neergelegd in een der moties.
De heer de Korver wijst erop, dat wij thans allen voldoende
over de consequenties hebben kunnen nadenken, zoodat de aan
gewezen weg is over te gaan tot de orde van den dag.
De Voorzitter constateert, dat de motie-van Riessen luidende:
«De vergadering, gehoord de discussies, van oordeel dat
«bij het onderzoek naar de uitvoerbaarheid van de motie-
«Smit, de inhoud zelve daarvan opnieuw in behandeling is
«genomen, spreekt zich thans uit tegen de wenschelijkheid
«om een gedeelte der kosten, besteed aan de opmeting van
«nieuwe eigendomsgrenzen, te verhalen op de belangheb-
«bende particulieren»
van de verste strekking is, en brengt deze derhalve het eerst
in stemming. De Vergadering neemt daarop, bij zitten en op
staan met groote meerderheid deze motie aan.
Na de lunch wordt besloten aan het Bestuur over te laten de
aanwijzing van afgevaardigden naar het congres te Parijs.
170
Het Bestuur heeft naderhand als afgevaardigden naar Parijs aangewezen de
heeren Oosterman en Heines.