regeling bij den bijhoudingsdienst heeft de Staatscommissie blijk baar niet gedacht. De commissie «van Herwijnen» heeft dit bezwaar trachten te ondervangen door het ontwerpen van een nieuw artikel 32, waarbij de bewijskracht van suppletoire grenzen wordt geregeld. Een wet op de grensregeling bij den gewonen dienst van het Kadaster kan er heel wat eenvoudiger uitzien dan het wetsontwerp der Staatscommissie. Van betwiste, voorloopig vastgestelde en ambtshalve vastgestelde grenzen behoeft geen sprake te zijn, slechts met de regeling van definitieve grenzen behoeft rekening gehouden te worden. De hoofdbeginselen mogen natuurlijk niet ontbreken. Daartoe behooren o. a. de bepalingen, dat de landmeter binnen zijn district bevoegd is tot het opmaken van processen-verbaal, dat de uit komsten der metingen geacht worden overeen te stemmen met het proces-verbaal behoudens bewijs van het tegendeel, dat de overeenkomst na de nederlegging van het proces-verbaal ten hypotheekkantore werkt tegen derden, dat de medewerking aan de grensregeling een daad van beheer is, e. d. In de praktijk van den gewonen dienst verandert niets anders, dan dat van de aanwijzing van partijen een proces-verbaal wordt verleden. Deze geringe vermeerdering van werkzaamheden heeft tengevolge, dat voor alle nieuwe grenzen, ook naar het oordeel der Staatscommissie, afdoende rechtszekerheid wordt verkregen, mits slechts de uitkomsten van de grensregeling bij het Kadaster zoo worden vastgelegd, dat zij te allen tijde weder op het terrein kunnen worden uitgezet. De vraag is nu: is het mogelijk om alle nieuwe grenzen aldus op te meten? Ieder deskundige zal bevestigend antwoorden. Om de kosten te beperken is echter noodig dat de technische grondslag worde verdicht. Dit kan geschieden door bij alle be langrijke opmetingen de meetpunten te verzekeren met Kad- steenen, door polygoneering en berekening der punten in het systeem der R. D. De heer Kwisthout gaf een voorbeeld bij de opmeting der Twentsche kanalen. Zoo werkende zal men hoe langer hoe meer naderen tot het ideaal. Spr. zou dit willen noemen eene chronologische hermeting in tegenstelling met de andere, de territoriale. De laatste is afdoende, de eerste goedkoop! Voor de eerste moet men echter ook volgen 173

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1926 | | pagina 173