176
heer Kreeftenberg zich voor eigendomsovergang door verjaring
in de registers aan te teekenen?
Voorts merkt hij op, dat de laatste uitspraak van K. en L.
voor het positieve stelsel niet dateert van 1907, maar is opgenomen
in het rapport van K. en L. over Dieren.
De heer Vriend verdedigt tegenover den heer van der Deure
het Bestuursbeleid. Door buitenstaanders zal thans worden geijverd
voor verbetering van het Kadaster. De vraag was dus: is het
Bestuur verplicht deze actie te steunen.
Waar staat nu in het voorstel van het Bestuur, dat hetzelve
het positieve stelsel in het geding wil brengen? Voor tot stand-
koming van de verbeteringen aanbevolen in het Rapport wil het
Bestuur K. en L. doen medewerken. Het goede is toch niet de
vijand van het betere! Welk bezwaar is er tegen, verbeteringen
in ons tegenwoordig systeem te bepleiten? Het Bestuur wilde
gaarne een werkprogram. Dat vindt het niet in den algemeenen
eisch: «K. en L. wenscht invoering van een positief stelsel».
Als men bedenkt hoeveel er reeds te doen is geweest over
het kleine positieve eilandje in de Ruilverkaveling, dan kan men
bevroeden welk een storm er ontketend zal worden, als de in
voering van een positief stelsel in vollen omvang in het geding
zoude komen. Invoering hiervan is een «schoone leuze»momen
teel voor het Bestuur echter niet geschikt als werkprogram.
Tegen het «voorstel» van het Bestuur kan men geen bezwaar
maken. Het Bestuur wenschte in deze vergadering pro en
contra te doen hooren. Voor het «pro» wendde het zich tot den
heer Kreeftenberg. Dat inleider het juridische deel niet be
handelen zou, wist het Bestuur niet. Het betreurt dit wel eenigs-
zins; in het debat zal het thans echter wel zijn beurt krijgen.
De heer Kreeftenberg uit zijn voldoening over het feit dat
men de twee door hem genoemde verbeteringen niet aanvecht.
Hij erkent, dat in het rapport tegenstrijdigheden voorkomen,
doch wijt dit aan de gevolgde werkmethode. In de commissie
zaten ook twee buitenstaanders juristen die juist de eind
redactie hebben gehad, 't Rapport moest voorts eenvoudig zijn,
daar geschreven werd voor niet-deskundigen.
Spr. onderstreept het betoog van den secretaris. We zijn er
wel allen overtuigd, dat het positieve stelsel beter is dan het
negatieve. Maar men voert geen positief stelsel in, omdat wij