ceelen, in tegenstelling met de op Ameland in de eerste plaats
noodzakelijke samenvoeging. In Hollum «Zusammenlegung»,
in Nieuw-Leusen «Umlegung».
In Nieuw-Leusen vindt men tal van perceelen van 1.5 tot 2
km lang, soms slechts 4 a 5 meter breed. Wegen en wateringen
zijn bijna niet aanwezig.
In vroeger tijden moet het gebied een golvende zandvlakte
geweest zijn. Het water van de hooger gelegen Oostelijke streken
had nog geheel zijn natuurlijke afvloeiing. Enkele geulen van
Zuid-Oost naar Noord-West, waarin we oerbanken aantreffen,
wijzen misschien op vroegere Vechtarmen. Ze zijn ver Zuid
oostwaarts te vervolgen. Door de bedijking van Vecht en Zwarte
Water zal het terrein bij tusschenpoozen onder water gestaan
hebben, werd het althans in een moeras herschapen en de voor
waarde voor veenvorming was daar. We zien thans de zand
bodem in Westelijke richting al dieper onder het veen zinken
tot ongeveer 2 m. Noord-Westelijk van het ruilverkavelings
terrein is de veenlaag nog veel dikker. De zandkoppen, in het
Oostelijk deel van het blok nog overheerschend, komen bewesten
den Rijksstraatweg bijna niet meer voor. Op dit verloop van
den bodem, dus het dikker worden van de veenlaag, is de
schatting, waarover straks meer, grootendeels gebaseerd. In het
geheele blok treffen we slechts een paar huizen aan. De kuituur
is haast zonder uitzondering hooiland. Het grasbestand is van
slechte kwaliteit; bijna uitsluitend schijngrassen.
Bemaling en Ruilverkaveling moesten hier samengaan, om ver
betering te kunnen brengen.
Spr. geeft thans een overzicht van den loop der zaken.
De vaststelling van het blok en het nemen van het besluit
liggen geheel buiten de bemoeiingen van den landmeter. Bij
den aanvang zijner werkzaamheden vindt hij onder berusting van
de plaatselijke commissie een kaart van het blok. De begrenzing
staat vast. Ook is er een voorloopig net van wegen en water-
loopen, vastgesteld door Gedeputeerde Staten.
Noodig is dit woord «voorloopig» zoo ruim mogelijk op te
vatten, daar aan dit plan ook eischen worden gesteld, die vaak
pas later naar voren komen, als men het terrein en de bezits
verhoudingen volledig heeft leeren kennen. Spr. vraagt zich af,
of, waar later vaak zelfs ingrijpende wijzigingen noodig blijken,
179