i86
Hij wil echter de zaak laten rusten, mits het Bestuur verklaart,
dat K. en L. door zijne actie niet is gebonden en het Bestuur
zelf de verantwoordelijkheid draagt.
Voorts heeft het hem bevreemd, dat het Bestuur niet is ver
tegenwoordigd geweest bij het afscheid van Prof. Heuvelink-
De heer Vriend antwoordt namens het Bestuur. Hij is het
niet geheel eens met den heer Smit en verwijst naar de notulen
der vorige Algemeene Vergadering (Tijdschrift 1925 pag. 210
alinea 2).
Het Bestuur meende voorts, op grond van het besprokene in
den Afdeelingsraad, de meening van de overgroote meerderheid
dor leden van K. en L. te kunnen samenvatten in het bekende
schema.
Het had zich voorgesteld, na beëindiging der besprekingen
met de Vereeniging van Hoofdambtenaren, in de Algemeene
Vergadering het resultaat aan de orde te stellen. Pas dan zou
K. en L. zich uitspreken. Wat tot heden is geschied, is natuurlijk
alleen voor verantwoording van het Bestuur.
Door een samenloop van omstandigheden kwam het Bestuur
helaas te laat om zich bij het afscheid van Prof. Heuvelink te
doen vertegenwoordigen.
De heer Heines wijst er nog op, dat onze Vereeniging z. i.
óók vertegenwoordigd moet zijn bij de inauguratie van Prof.
Schermerhorn.
De Voorzitter zegt toe, een en ander te zullen overwegen.
Aan Prof. Heuvelink zal nog in opdracht der Vergadering
blijk van onze waardeering worden gegeven.
De heer Smit neemt nota van de verklaring van het Bestuur.
Hij is niet geheel bevredigd, doch wil de zaak thans maar
laten rusten.
d. De rekening en verantwoording over 1925 wordt onver
anderd goedgekeurd.
e. Na toelichting door den heer ter Plegt, wordt het Bestuurs
voorstel, om ter voorziening in het tekort over 1925 van de gewone
leden een hoofdelijken omslag van f 1.te heffen, aangenomen.
De heer ter Plegt verzoekt den correspondenten dezen hoof
delijken omslag spoedig te willen innen en aan hem over te maken.