20 5 een vvaterstaatskaart) alle in vergulde lijsten, vormde een keur- collectie uit het werk der Topografische Inrichting. Betreffende het Nederlandsehe kadaster was een en ander in gezonden uit de Bibliotheek der Vereeniging v. K. en L., in 't bijzonder aangaande de vernieuwing volgens het systeem-Dieren, alles voorzien van in 't Fransch gestelde verklarende opschriften. Om half zeven vereenigden de congressisten zich weer in het Palais Royal, waar zij ongedwongen en hartelijk werden toege sproken door den heer Luchaire, directeur van het Intern. In stituut voor Intellectueele Samenwerking, die daarna recipieerde. Zaterdag 16 October. Om 9 uur v.m. vingen in de daartoe bestemde zalen van het Intern. Instituut de beide laatste werkvergaderingen aan. De heer Oosterman woonde de derde bij, ondergeteekende de vierde. De Commissie voor de derde werkvergadering, aan welke ter behandeling was toegewezende positie en de opleiding van den landmeterwas samengesteld als volgt: voorzitter: J. Mer- moud, voorzitter der Zw:tsersche Landmetersvereeniging; rap porteur: Bagger-Jorgensen. hoofd van het Kon. Centraal Landmeetk. Bureau iu Zweden; secretaresse: Mej. Th. Danger ingenieur des Arts et Manufactures, licencié ès-sciences. Wat de positie aangaat was de vergadering o.m. van oordeel, dat in de landen waar de landmeter zijn functie uitoefent als niet-ambtenaar, de Staat hem de gelegenheid moet geven dat zijn beroep in vele opzichten op één lijn komt te staan met andere vrije beroepen, als dat van dokter en advokaat. Ten aanzien van de opleiding sprak de vergadering zich uit vóór eene breede algemeene ontwikkeling, omdat de landmeter zoo velerlei zaken te beoordeelen krijgt in 'zijn praktijk, en eene hoogeschool-opleiding, waarbij hij minstens den graad van candi- daat moet verkregen hebben. Meer dan tot nu toe moet bij de opleiding in de meeste landen de nadruk gelegd worden op rechts studie en op stedebouw (urbanisme). Alvorens de praktijk zelf standig te kunnen uitoefenen moet een zekere stage bij een landmeter bereikt zijn. De wensch werd geuit, dat tegen het

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1926 | | pagina 205