structie waarbij de klem voor de micrometerschroef op den cirkel- rand is aangebracht, nog veelvuldig wordt toegepast. Wel waren er eenige instrumenten tentoongesteld die van centraal-werkende klem waren voorzien, doch deze waren verre in de minderheid. In de corridor, die toegang gaf tot deze zaal, had de firma een meetapparaat met invardraden opgesteld, terwijl op het bordes van de trap naar de 2e zaal een groot universaal instrument stond, dat niet van bepaald moderne constructie was. Bij de instrumenten van de Société des Lunetiers merkte men een waterpasinstrument op, dat door den vorm deed denken aan de instrumenten van de Amerikaansche firma Berger. Voor de aflezing van het niveau was een prisma-combinatie aangebracht, ongeveer gelijk aan die van den bekenden constructeur Wild. De afwerking van het instrument was niet bepaald fraai te noemen. Drie imposante instrumenten stelde de firma Chasselon ten toon, waaronder de «Theodolite a microscopes modèle S.E.R.C. 1924», vervaardigd volgens de aanwijzingen van den ex-zeeofficier Roussilhe, thans Directeur du Service d'Etudes pour la refection et la mise a jour du Cadastre. Een uitvoerige beschrijving met afbeeldingen vindt men in het Journal des Geomètres-Experts van September 1926 N°. 71. Ook bij dit instrument is de klem voor de micrometerschroef voor azimuthale beweging op den rand aangebracht. Daar deze voor reïteratie is ingericht, is de rand voorzien van twee diametrale klemmen, waarmede deze op de bus voor de eerste as wordt vastgezet. De becijfering is om de 50 en wordt afgelezen door een «microscope-index», voorzien van gekruiste draden. Daar de vergrooting van dit microscoop niet heel sterk mag zijn om ruim 50 te kunnen overzien, zijn de verdeelstrepen vrij zwaar, hetgeen in de micrometer microscopen ook zeer opvalt. De firma Sanguet exposeerde eenige van hare bekende tachy- meters. Van deze instrumenten zegt Berget in zijn werk «To pografie»: «Le tachéomètre Sanguet est de beaucoup le plus précis des tachéomètres existants». Volgens dezen schrijver is de nauwkeurigheid als men met drie standen van den hefboom waar neemt, 2 cm per 100 meter. De instrumenten zijn netjes bewerkt en keurig geel gevernist. Tavernier Gravet liet rekenlinialen zien en een waterpas instrument. 212

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1926 | | pagina 212