215
kapitein ter zee-titulair; de directeur van de Militaire Verkenningen, I. H.
Reynders, majoor van den generalen staf, en den ingenieur-verificateur
van het Kadaster te Amsterdam, J. W. den Hartogh.
Op i Juli trad de heer den Hartogh af als ingenieur-verificateur; in
zijn plaats werd als lid der Commissie aangewezen de ingenieur-verifica
teur van het Kadaster te Amsterdam, Th. L. Kwisthout.
Vergaderingen.
Ter bespreking van hare aangelegenheden vergaderde de Commissie
eenmaal te 's-Gravenhage en eenmaal te De Bilt.
Bibliotheek.
De blijkens het jaarverslag over 1898 aan den Staat geschonken biblio
theek onderging eenige uitbreiding op gelijke wijze als in vorige jaren.
Betrekkingen met het buitenland.
De Section de Géodésie de l'ünion Géodésique et Géophysique Inter
nationale hield in 1925 geen vergadering.
Bij de behandeling van de uitkomsten van de door den ingenieur Dr.
F. A. Vening Meinesz uitgevoerde slingerwaarnemingen op zee werd
aan de Commissie zeer welwillende medewerking verleend door de U. S.
Coast and Geodetic Survey.
De Commissie bleef hare medewerking verleenen aan de liquidatie
van de Association géodésique réduite entre Etats Neutres.
Werkzaamheden der Commissie.
De bemoeiingen der Commissie betroffen in 1925:
de primaire driehoeksmeting;
de secundaire driehoeksmeting;
de waterpassing;
de slingerwaarnemingen.
Driehoeksmeting. Personeel.
Bij den aanvang van 1925 bestond het personeel voor de driehoeks
meting uit: de ingenieurs: Ir. N. Wildeboer; Ir. J. B. de Hulster;
de landmeters J. J. A. Heezemans en H. C. Hartman en den
rekenaar H. Vuurman.
Met ingang van 1 Mei 1925 werd het personeel uitgebreid met den
landmeter A. J. H. Meertens.
Primaire driehoeksmeting.
De gepubliceerde resultaten der primaire driehoeksmeting zijn uit de
metingen berekend onder invoering van de Bessel'sche waarden voor de
