220
Het resultaat der waarnemingen te Sevilla verschilt slechts zeer weinig
van de waarde van g aldaar verkregen door den Spaanschen Ingenieur
Sans Huelin dat voor de haven van Tunis komt overeen met die in
1923 door Dr. Vening Meinesz gevonden. Dat in de haven van
Alexandrië verschilt iets meer van het in 1923 gevonden bedrag, waar
schijnlijk door de onzekerheid in den gang van den tijdmeter toenmaals,
maar toch is de overeenstemming bevredigend. Thans zijn op de reis
twee tijdmeters gebezigd, waarvoor in 1925 een nieuwe tijdmeter Nardin
is aangeschafthierdoor werd de invloed van een der belangrijkste bronnen
van fouten verminderd.
Het resultaat dezer reis is, dat het vraagstuk der slingerwaarnemingen
op zee geacht kan worden definitief te zijn opgelost. Bovendien is een
belangrijke aanvulling verkregen van dein 1925 uitgevoerde waarnemingen,
voornamelijk doordien de toen gevonden groote anomaliën der zwaarte
kracht tusschen de zuidkust van Spanje en de noordkust van Afrika ten
volle zijn bevestigd.
De ondervinding opgedaan op de reis naar Port Said heeft aanleiding
gegeven nog eenige verbeteringen aan te brengen aan het statief, dat in
1926 zal worden gebruikt op de voorgenomen reis van Dr. V ening
Meinesz naar Indië door het Panamakanaal aan boord van Hr. Ms.
Onderzeeboot K XIII, voor de uitvoering van slingerwaarnemingen in den
Atlantischen en den Grooten Oceaan.
Zeist
p>e|ft' 12 I92°- De Rijkscommissie voor
Graadmeting en Waterpassing,
J. J. A. Muller, Voorzitter.
Hk. J. Heuvelink, Secretaris.
BERICHTEN.
Landvieters van het kadaster.
Bij K. B. van 6 October 1926 n°. 33 zijn met ingang van
1 November 1926 benoemd tot landmeter van het kadaster en
werkzaam gesteld op de standplaatsen achter hunne namen ver
meld, de navolgende adspirant-landmeters van het kadaster:
L. Th. A. Jacobs te 's-Hertogenbosch, A. Govers te Nijmegen,
C. L. van Osch te Goes, H. J. van Groningen te Zutphen,
R. J. de Wit te Utrecht, M. H. Geerts te Eindhoven, W.
Poortman te Brielle, J. H, B, van Beukering te s-Herto
genbosch.