zelf een regeling voor de bestudeering der haar voorgelegde vragen en wijzen de geschikte rapporteurs aan. Zij houden de centrale commissie op de hoogte van den stand harer werk zaamheden. Voor punten, die op de congres-agenda voorkomen, stellen zij rapporteurs voor. De leden dezer commissies worden benoemd door de internationale delegatie op voorstel der nationale delegaties, of wel op eigen verzoek. BOEKBESPREKING. B. H. Rethmeier, Einsteins Relativiteitsbeginsel. Met meer dan gewone belangstelling namen wij kennis van dit bij den uitgever H. J. Paris te Amsterdam verschenen werk. Alle tijden door hebben landmeters zich aangetrokken gevoeld tot de studie van problemen, liggend op het gebied der wiskunde en der natuurkunde. De Einstein-theorie is een physische theorie, voor een groot deel dcor wiskundig onderzoek tot stand gekomen. Rethmeiers werk behoort echter niet in de eerste plaats tot de wis- of natuurkundige rubriek, maar is in hoofdzaak een wijs- geerige beschouwing, «een studie over het wezen der relativiteit». Dat wij het te dezer plaatse onder de aandacht brengen is ge rechtvaardigd niet alleen hierdoor, dat onderwerpen uit de theorie reeds eerder behandeld zijn in dit Tijdschrift; velen onzer zullen deze studie van onzen vakgenoot met stijgende belangstelling lezen en haar belangwekkend oordeelen. Zij heeft de verdienste actueel te zijn bijna nooit heeft een wetenschappelijke hypothese zoo de aandacht getrokken als deze thans nog niet afgesloten theorie, die correcties aanbracht aan de overgeleverde denkge woonten over ruimte en tijd en aan andere begrippen als zwaarte, traagheid, Euclidiciteit der ruimte, enz. en die eenheid bracht in het physisch wereldbeeld en daarom grooten vooruitgang be- teekent vergeleken met oudere theorieën. De Einstein-theorie raakt kwesties, welke op het terrein der kennisleer liggen, en het zijn juist beschouwingen op abstract philosophisch gebied, waartoe Rethmeier zich aangetrokken gevoelt. Men krijgt den indruk, dat hij zich bij het inwerken in de stof te meer getroffen voelde door de resultaten, waartoe de mathemathisch-physische beschouwingen voerden, omdat deze 25

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1926 | | pagina 25