'trood toe. Over het bestaan van dit door Einstein verwachte
effect, gevolg van toepassing van het principe van Doppler en
van het aequivalentieprincipe, en waarvan hij schreef, dat «wenn
es nicht existierte, ware die allgemeine Relativitatstheorie unhalt-
bar», was tot voor kort nog geen zekerheid verkregen. Het was
juist ten tijde dat de hier besproken studie klaar kwam, in het
het voorjaar van 1925, dat dit merkwaardige effect, hetwelk de
aandacht der physici in hooge mate in spanning hield, gecon
stateerd werd door Adams op den Mount Wilson, geheel over
eenkomstig de voorafgaande berekening van Eddington, bij
het licht uitgezonden door den begeleider van Sirius, een kleine
ster van geringe helderheid en zeer groote dichtheid.
In het vierde hoofdstuk «de beteekenis van de relativiteitstheorie
voor het denkenbegroet de schrijver weer met vreugde de
relativistische denkwijze, niet alleen in de natuurwetenschap, maar
ook op het gebied van de wijsbeerte, omdat die denkwijze in
zijn oog leidt tot een hoogere synthese, die de waarheid het
dichtst benaderd. Het voorwoord had ons reeds geleerd: «dat
de waarheid zelf te verheven is om blijvend vastgelegd te kunnen
worden in strakke definities, in axioma's en dogma's, in theorieën
en leerstelsels». En de vraag of Einsteins theorie als een defini
tieve mag begroet worden werd in het derde hoofdstuk, geheel
volgens den gedachtengang van dit boek, niet bevestigend be
antwoord.
Zonder dat daar ver op wordt ingegaan worden nog twee
andere terreinen genoemd, «waarop het relativisme een toekomst
heeft», dat van den godsdienst en dat van het recht. In dit
vierde hoofdstuk vooral toont de schrijver zich absoluut-relativist,
leerling van Hegel en Bolland. Al zegt hij zulks niet, toch
zal hij wel ervan overtuigd zijn, dat tegenover zijne opvatting
steeds eene andere levensbeschouwing zal blij ven staan, een andere
theorie van het absolute, die het wezen der dingen in het geheel
niet laat beinvloeden door de relatieve kennis ervan.
Uit het bovenstaande is duidelijk, dat het boek niet de pretentie
heeft te zijn een verklaring der theorie voor lezers, die er tot
nu toe nog in 't geheel geen studie van maakten maar wie b.v.
doorgewerkt heeft het boekje van Einstein «Ueber die spezielle
und die allgemeine Relativitatstheorie. Gemeinverstandlich»(Samm-
lung Viewegj of «De Relativiteits-Theorie» door Dr. J. D. van
27