OVER DE TOEPASSING VAN HET BEGRIP «RICHTINGS- HOEK» BIJ PUNTSBEPALING. Wanneer twee punten Pj en P2 door hun coördinaten ten op zichte van een rechthoekig assenstelsel gegeven zijn, dan kunnen daaruit de richtingshoek P! P2 in Pj of P2 Pj in P2 benevens de afstand Pj P2 zonder veel moeite berekend worden. Ook het omgekeerde vraagstukje komt veel voor, nl. de coör dinaten van P2 te berekenen uit de bekende van Px, wanneer Pi P2 en P! P2 op één of andere wijze ter beschikking zijn gekomen. De meeste opgaven op geodetisch gebied worden in laatste instantie tot dit vraagstuk van puntsbepaling uit richting en afstand teruggebracht. Wanneer men de verschillende handboeken doorziet, wekt het verwondering, dat van het begrip richtingshoek of kortweg richting, nog zoo weinig gebruik gemaakt wordt om vraagstukken op eenvoudige wijze op te lossen. De kennis van de goniometrische formules kan bij die oplos sing beperkt blijven tot die van den sinusregel, terwijl van de eigenschappen van den cirkel een tweetal in het bijzonder toe passing vindt t.w. i°. De middellijn van een cirkel is gelijk aan de verhouding van een koorde en de sinus van den op die koorde staanden omtrekshoek. 2°. Van een in een cirkel ingeschreven vierhoek zijn de over staande hoeken eikaars supplement. Nemen we eens het geval, dat een vierhoek gegeven is door de coördinaten van de vier hoekpunten en dat gevraagd wordt het snijpunt S van de beide diagonalen in coördinaten te bepalen. Het zou dan voor de hand liggen de vergelijkingen van de beide diagonalen op te stellen om vervolgens daarin voor de loopende coördinaten die van het punt S te stellen en daarna xs en ys op te lossen. Zijn de coördinaten getallen van enkele cijfers, dan is dit wel licht de manier. Zijn het echter getallen van meerdere cijfers en wil men of moet men bij gebrek aan andere hulpmiddelen

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1926 | | pagina 45