In Fig. II is op dezelfde wijze: P, P2 P3 P, P2 P P P2 p3 Z PCB /PAR B |3. En tenslotte in Fig. Ill: Z P, P2 P. P> P2 P Z P P2 Ps Z PCPi Z P A P3 a ZPBC r+ PBA 360° -j- B (3. Op analoge wijze vindt men: Fig. I. Z p2 Pi Ps a A en Pj P3 Ps y C Fig. II. Z Pi Pi. P4 A a.--rf 36o0-ea_/-PrP3 P243= 7- ~j= jftoD Fig. III. P2 P, P3 A eu Z Pi Ps Pj C r. Toepassing van den sinusregel op Pj P2 P3 geeft dus in de drie gevallen het resultaat: P2 P3P3 Pj P, P2 sin A)sin (j3 B)sin (y C). Verder is P A de middellijn van den omgeschreven cirkel van vierhoek P P2 A P3 en tevens de middellijn van den omgeschreven cirkel van /\PP; P3, dus: sinus P2 P P3 sin A Eveneens is: PB P^ en PC PlT^ sin B sin C Dit in verband met (4) geeft: P A P B P C Si" A) - S'" (/3 B) - Si" b V f0 sin A sin B sin C Bij hef geval in Fig. Ill moet nog even worden stilgestaan, P kan hier n.l. liggen a. buiten den omgeschreven cirkel van A B C b. op c. binnen In geval a is: x A en dus: x A o, 7 - C o. (6) Verder is x. A-f/3 B -(- y C i8o°. De ongelijkheden (6) hier ingesteld krijgt men j3 B i8o°. pA_P* p3_ Pa P3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1926 | | pagina 4