57
tengevolge dat in den legger één groot bedrag als «belastbare
opbrengst gebouwd» achter het perceel voorkomt, waarvan de
specificatie alleen den controleur bekend is. Hij kan splitsing
vragen naar de schattingsgrenzen (aanschr. van 18 Aug. '25),
wat voor het Rijk per saldo het tegendeel beteekent van be
zuiniging, of hij kan dat achterwege laten, maar zal dan teeke-
ningen noodig hebben in zijn archief, waarop de schattings
grenzen voorgesteld zijn. Bij verandering in het perceel dienen
die teekeningen bijgehouden te worden of hij heeft weer nieuwe
aan te leggen.
Men houde wel in 't oog, een «woningcomplex» behoeft geen
tiental van huizen te zijn of meer, maar hetgeen hierboven ge
zegd is geldt, althans naar de letter van het voorschrift en naar
de reeds gevolge praktijk, ook voor twee, drie of meer bij elkaar
staande huizen van één eigenaar. Dit is juist het geval dat het
meest voorkomt. Die huizen zullen onder één nummerop het
plan worden gebracht, ook al zyn zy van verschillend type. Stond
reeds een tweetal oudere huizen op het plan, waarnaast later een
drietal gebouwd is door denzelfden eigenaar, dan is het mogelijk
dat die vijf huizen al naar omstandigheden door drie, twee of
één nummer worden aangegeven. De controleur moet maar zien
hoe hij met het ééne bedrag der belastbare opbrengst gebouwd, voor
zoo'n complex in den legger voorkomend, manoeuvreert, wanneer
er huizen afgaan of er anderszins verandering aan deze plaats heeft.
Ons komt het voor, dat hier te veel vergeten is dat het
kadaster middel is, dat het door zijn «plan» en zijn «perceel»
moet medewerken, volledig moet medewerken, aan de heffing
der grondbelasting en dat dus de vorming van een apart ge
bouwendossier aan de controles overbodig moet zijn.
Er zijn zeer zeker tegenstrijdige belangen tusschen een grond
belastingkadaster en een eigendomskadaster. In een al of niet
gering aantal perceelnummers ligt het essentieele onderscheid
echter niet, maar wel in de beteekenis die aan een nummer en
zijn begrenzing gehecht moet worden. In het vernieuwde kadaster,
Overigens in strijd met art. 58 I. K. Een definitie te geven van «perceel» in
het bestaande Kadaster is moeilijk, vanwege het hinken op meer dan een gedachte.
Leggen wij art. 58 naast art. 95 uit de I. K. van 1871, dan zien wij dat destijds
de «belastingschuld» in de definitie betrokken werd; dit illustreert ook weer eenigs-
zins de evolutie van het kadaster.