58 dit zij uitdrukkelijk gereleveerd, blijft volledig voldaan aan de eischen der grondbelastingdoor de letterperceelen, gescheiden van de nummerperceelen, zijn daar de moeilijkheden prachtig opgelost. Houden wij dus uit elkaar: het vernieuwde en het bestaande kadaster; en erkennen wij dat in het bestaande slechts getracht kan worden eenigermate te voldoen aan eischen als aan een eigendomskadaster gesteld worden, terwijl tegelijk de grond belasting gediend moet worden, want het is inderdaad nog fis caal. Schipperen brengt altijd gevaren mee, de moeilijkheid is dus, daarbij maatregelen te vermijden waardoor de eene functie de anderen belemmert. Omdat de huidige grondslag der grondbelasting als tamelijk onhoudbaar wordt erkend, moeten wij ons bij deze kwestie der nummering ook een oogenblik op het standpunt stellen, dat in de toekomst gebroken zou worden met het stelsel van taxatie van de belastbare opbrengst voor gebouwde eigendommen naar de huurwaarde, en dat daarvoor eene belasting op de waarde zou komen; ook dan zal het belastingobject niet zijn een combi natie van huizen van verschillend type, maar telkens één huis met aanhoorigheden of een aantal huizen van hetzelfde type! En mocht er in de toekomst geen nieuwe wet komen, maar eene herziening der tegenwoordige huurwaarde, ook dan zouden naar het? ons voorkomt afzonderlijke kenmerken noodig zijn voor de huizen van verschillend type, al zijn zij eigendom van den zelfden persoon. De nadruk mag nog gelegd worden ook op iets anders. Hier op n.l. dat de waarde die de kadastrale kaart thans heeft voor het economische leven erop achteruitgaat, als zoovele van de scheidingsmuren er niet meer op voorgesteld worden. Vooral bij stadsgedeelten zal zij zoowel aan den ambtenaar als aan het groote publiek een minder duidelijk beeld geven van de bebou wing. Het aantal huizen zal men erop niet meer gewaar kunnen worden. En toch is een kaart met deze gegevens noodig; een straat wordt verbreed, huizen zullen onteigend worden, tal van gevallen zijn te noemen waarin men er behoefte aan heeft. En wat zullen wij nu zien gebeuren? Dat de groote gemeenten zich zelf gaan helpen en dat het kadaster iets van zijn tegenwoordige beteekenis inboet. Met den schrijver van het hierboven geplaatste artikel, dat ons

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1926 | | pagina 58