uitgebreid geworden, hulpkrachten (assistent-landmeters) vallen
er echter buiten. De beslissing over het al of niet toelaten komt
toe niet aan de internationale delegatie, maar aan het congres.
De opzet van de centrale commissie is vereenvoudigd, de
adjunct-secretarissen zijn geschrapt; de vergadering zag in, dat
een organisatie vooral in den beginne eenvoudig moet zijn,
indien de behoefte daaraan zich doet gevoelen kan zij altijd ver
breed worden.
Als termijn voor het houden der congressen achtte men 3 jaar
te kort. Zij brengen veel kosten mede en bovendien valt te
vreezen dat er niet steeds nieuwigheden te demonstreeren zijn
na zulk een korte periode, daarom werd die termijn veranderd
in 5 jaar. Voor de aanwijzing der plaats, waar het eerste con
gres zal gehouden worden, achtte de vergadering zich zelf com
petent en zij besloot dat aan Parijs die eer zou te beurt vallen.
Wat de geldmiddelen der Federatie aangaat is besloten, dat
de kosten zullen moeten worden verdeeld over de aangesloten
vereenigingen evenredig aan het aantal leden (hieronder dan te
verstaan leden-landmeters; de Surveyors Institution b.v. telt meer
dan 5000 leden, de meerderheid ervan zijn echter geen eigen
lijke landmeters). Ook moest de vergadering nog de samen
stelling van een voorloopig budget onder 't oog zien. Op voor
stel van den Voorzitter werd besloten om aan iedere vereeniging
te verzoeken hare adhaesiebetuiging gepaard te doen gaan met
deelname in de eerste kosten ten bedrage van Fr. frs. 500.
Tot zoover over deze eerste bijeenkomst. Ik vroeg aan dit
verslag nog toe de mededeeling, dat daags na de vergadering
de buitenlanders tijdig bijeenkwamen op het kantoor van den
heer Danger, alwaar zij een kijkje kregen in de werkzaam
heden van zijn modern geoutilleerd particulier-landmetersbureau,
en dat zij daarna in den gelegenheid waren een bezoek te
brengen aan den «Service du plan», den gemeentelijken land
meetkundigen en cartografischen dienst, gehuisvest in het «Hotel
de Ville». Op de vele bijzonderheden die zij daarbij te zien
kregen zal thans niet ingegaan worden. Wel moge de opmer
king gemaakt worden, dat ik daaruit en mede uit de gesprekken
met meer recht dan voorheen kan concludeeren, dat geen enkel
land reeds een landmeetkundigen dienst of een kadaster bezit,
66